Notulen van de buitengewone vergadering van de raad van de gemeente Leeuwarderadeel gehouden op maandag 4 augustus 19^9» s—middags om 2»30 uur in het geraeentehuis te Stiens. Voorzitter: P.Th. Dijkstra. Secretaris: J.P. van der Kooi. Aanwezig zijn de leden: B. Beeksma, W.J. Nijdam, T. Kuipers, J. Tolsma, D. Dijkstra, P. Soepboer en P. Tulner. Afwezig met kennisgeving zijn de leden: mevrouw G. Bijlsma—Boersma, mevrouw P. Stol te— van der Meulen en de heer P. de Swart. Agenda: 1. Installatie van de heer H. Boschma, als burgemeester van Leeuwarderadeel. De voorzitter opent de vergadering en heet aile aanwezigen hartelijk welkom. Hierna spreekt de voorzitter als volgt: "Geachte burgemeester Boschma! Moge ik ter inleiding van uw ambt als burgemeester van de gemeente Leeuwarderadeel u allereerst geluk wensen met deze benoeming. Vanzelfsprekend geldt deze gelukwens eveneens uw vrouw en kinderen. "Driemaal is scheeperecht" is een bekend gezegde. Ook ik heb thans het "voorrecht" voor de derde maal een burgemeester te mogen installeren. Toen zes maanden geleden onze gemeente een burgemeesterloos tijdperk tegemoet ging, heeft de raad zich be- raden over de vraag, welke eigenschappen men graag in de nieuw te benoemen burge meester vertegenwoordigd zag> met andere woorden, wat voor persoon men bij voorkeur als burgemeester voor onze gemeente wenste. De raad was unaniem van oordeel, dat zij de voorkeur gaf aan ocn jcnge energieke man (of vrouw)die bekend was met de pro— blemen van een plattelandsgemeente en met name die van een forensengemeente, waar— toe onze gemeente zich hoe langer hoe meer ontwikkelt, die tevens openstond voor de Friese taal en cultuur en geen uitgesproken politieke functie vervulde. Toen dan ook bijna vier weken geleden bekend werd, dat u mijnheer Boschma tôt burgemeester van onze gemeente benoemd was en bleek, dat u een man x^ras geboren en getogen op het Friese platteland gaf dit op zich reeds hoopvolle verwachtingen. Hoewel uw werk- kring als employé van een bankinstelling niet direct op het gemeentelijke vlak lag, zal uw kennis van financiële aangelegenheden uw werk zeer zeker ten goede komen. Daarnaast heeft u tijdens uw lidmaatschap van de gemeenteraad van Bolsward de be- stuurlijke kant van een gemeente leren kennen. Hoewel de inspraak van de gemeente raad bij de benoeming van een burgemeester nog op geen enkele wettelijke bepaling berust, heb ik toch de indruk, dat bij de benoeming van u tôt burgemeester van onze gemeente in grote mate men onze x^rensen rekening is gehouden. Thans wordt aan u de leiding van de gemeente opgedragen. Zeker heeft dit veel aan— trekkelijks, doch tevens brengt het een grote verantwoordelijkheid mee. Dat de ver— houding burgemeester—gemeente in de loop der jaren een grote verandering heeft on- dergaan staat zonder meer vast. Toen in 1965 de"t nieuwe gemeentehuis in gebruik werd genomen heeft uw voorganger burgemeester Hellinga er met nadruk op gewezen, dat het nieuwe gebouw niet alleen een onderdak was voor het gemeentebestuux: en het per— soneeldoch dat het moest zijn een huis der gemeente, dat openstaat voor aile in— gezetenen. Ik meen thans te kunnen vaststellen, dat de afgelopen vier jaar hebben bewezen, dat elke drempelvrees bij de ingezetenen is overwonnen. Het gemeentehuis staat niet alleen centraal in de gemeente, doch vormt een middelpunt van velerlei aktiviteiten. Ik spreek de hoop en de verwachting uit, dat ook u als toekomstig burgervader van deze gemeente uw voile medewerking zult verlenen om de goede verhouding bestuurder- bestuurden in aile opzichten te bevorderen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 1