- 3 - Tevens dank ik allen die op enigerlei wijze aan mijn benoeming hebben bijgedragen. Wanneer ik mij na deze dahkwoorden dan "toi u mag richten, dames en heren leden van de raad, en omdat u de gehele bevolking vertegenwoordigtover u hoofden heen tôt aile ingezetenen van deze gemeente, dan zult u het ongetwijfeld met mij eens zijn, dat dit voor mij een moeilijke taak is, omdat mij vanuw gemeente nog slechts weinig bekend is. Ik meen dan ook dat het in dit stadium niet juist zou zijn u schone be- loften voor te schotelen, maar mij te beperken tôt enkele hoofdpunten. Reeds op de dag van mijn benoeming hoorde ik dat de financiële pcxsitie van Leeuwar- deradeel beslist niet rooskleuriger is dan die van andere gemeenten en waarschijn- lijk druk ik mij dan wel zeer zwakjes uit. Ook, dat er al optimisten waren, die meenden te mogen verwachten, dat hierin wel spoedig verbetering zou komen na de komst van een bankdirekteur als burgemeester. Natuurlijk zal dit punt wel mijn bij— zondere aandacht hebben. Uiteraard ben ik zeer verheugd, dat ik bij mijn vorige werkgever alleen maar vrienden en geen vijanden heb achtergelaten, maar of het de oplossing van de financiële perikelen dichterbij zal brengen, zal de toekomst nog moeten uitwijzen. Bat de gemeente Leeuwarderadeel zich in tegenstelling met vele andere Friese gemeenten in een aantrekkelijke bevolkingsgroei van ca. 5% Per ja^ mag verheugen, stemt zeker tôt dankbaarheid» Gezien de steeds stijgende vraag naar woningen, zal deze ontwikkeling zich hopelijk de komende jaren voortzetten en zul— len wij er steeds op moeten letten dat deze dankbaarheid niet omslaat in tevreden- heid. Door de steeds toenemende functie van forensengemeente, zal een snelle rear- lisatie van de uitbreidingsplannen dan ook een eerste vereiste zijn. Geboren in een plattenlandsgemeente, realiseer ik mij volkomen de problemen van de kleinere en kleine dorpen. Het agrarische vraagstuk zal onze spéciale aandacht vra- gen, terwijl de industriële ontwikkeling, ter opvanging van de ingezetenen die in de landbouw geen werk meer kunnen vinden, niet uit het oog mag worden verloren. Aan de bewoners van aile dorpen wil ik gaarne de verzekering geven, dat ik me bir>- nenkort op de hoogte hoop te stellen van de daar levende problemen. Een nader con tact met de besturen van de verenigingen voor Dorpsbelangen lijkt mij hiertoe wel de aangewezen weg. Ik hoop de afspraken hiervoor zo spoedig mogelijk na de vakan- ties te kunnen maken. Dat de bejaardenzorg de voile aandacht zal opeisen, is me de afgelopen dagen wel duidelijk geworden. Een steeds groeiend aantal aanvragen voor opneming in de rusthuizen bevestigt dit. Veel is onder mijn voorganger, de heer Hellinga, tôt stand gekomen in deze gemeente. Ik ben me er dan ook wel van bewust dat ik het zeer moeilijk zal krijgen hem te evenaren, om van verbeteren maar niet te spreken. Het is mij bekend dat door hem veel voor sport, cultuur, recreatie en allerlei andere zaken is gedaan. Ik hoop van harte dat het mij gegeven moge worden, de bestaande plannen op dit gebied, zoals nieuwe sportvelden enz. in de komende tijd te mogen helpen realiseren en nieuwe tôt ontwikkeling te brengen. In de tijd waarin wij leven en bij een steeds groeiende bevolking zal niet alleen onderwijsvernieuwing, maar ook uitbreiding van de bestaande accomodatie binnen afzienbare tijd noodzake— lijk zijn. Willen we onze kinderen dàt onderwijs meegeven wat noodzakelijk is, dan zullen we hiervoor de nodige middelen moeten uittrekken, ook al zijn deze dan ook nog zo beperkt. De nauwe samenwerking met aile buurgemeenten, stemt mij tôt grote vol- doening. In versterking en versteviging van deze banden zult u in mij een warm voor- stander vinden en ik zeg hierbij mijn nieuwe collegae gaarne aile medewerking toe. Ook de goede verstandhouding welke bestaat tussen de rijkspolitie en de gemeente, hoop ik verder te bestendigen en te verstevigen. Zodra ik de tijd daarvoor zal kun nen vinden, hoop ik nader met u in contact te treden, teneinde mij van de gang van zaken op de hoogte te stellen. Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken enkele woorden te richten tôt de ambtenaren in onze gemeente. U weet dat ik uit het bedrijfsleven ben voortgekomen, waar efficiënt werken, met het doel winst te maken, een eerste vereiste was, maar waar menselijke verhoudingen steeds êên van de vaste peilers was, waarop werd ge— bouwd. Irmners, zonder de mens als persoon, kan geen maatschappij of zaak draaien zoals het behoort. Hoewel bij de gemeente winst maken vreemd is§ de efficiënte aan- pak van allerlei zaken en goede menselijke verhoudingen over en weer, behoren bij ons werk eveneens eerste vereiste te zijn. De prettige contacten, welke ik met u seoretaris en enkele anderen van u de afgelopen dagen mocht hebben, geven mij écla ter aile hoop voor een goede en vruchtbare samenwerking. Ik hoop van harte dat u

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 5