Nr. 69/109.
De raad der gemeente Leeuwarderadeel;
overwegende, dat aan het daarvoor in aanmerking komend tiurgerlijk
rijkspersoneel een uitkering ineens is toegekend (duurtetoeslag
1969);
dat blijkens de circulaire van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 1 augustus 1969, afd. Bez., Bur. III, nr. AB 69/U 1902,
Directie O.P., Hoofdafd. O.P.Z., gericht aan burgemeester en wet-
houders der gemeenten, een overeenkomstige voorziening ook voor
het daarvoor in aanmerking komende personeel in dienst der ge
meenten kan worden getroffen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 augus
tus 1969;
b e s 1 u i t:
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening tôt het toekennen aan het daarvoor in aanmerking
komend gemeentepersoneel van een uitkering ineens (duurtetoeslag
1969)
Artikel I.
Voor zover de bevoegdheid bestaat de bezoldiging van het gemeente-
personeel te regelen, wordt aan het daarvoor in aanmerking komend
gemeente-personeel een uitkering ineens verleend op de voet van
en met inachtneming van de richtlijnen, neergelegd in de aan de
gemeentebesturen gerichte circulaire met bijlage van de Minister
van Binnenlandse Zaken van 1 augustus 1969, afd. Bez., Bur. III,
nr. AB 69/U 1302, Directie O.P., Hoofdafd. OPZ, met dien ver-
stande, dat aan het personeel, dat op de peildatum de leeftijd
van 21 jaar heeft bereikt, dan wel die leeftijd niet bereikt
hebbende, gehuwd of kostwinner is, in plaats van een uitkering
van 1/ van de uitkeringsbasis met een minimum van f. 110,en
een maximum van f. 260,een vast bedrag van f. 140,wordt
uitgekeerd
Artikel II.
Deze verordening treedt in werking op 1 september 1969.
(H. Boschma
Aldus vastgesteld do or de raa.d
openbare vergadering van 20 ahgustus 1
de voorzitter,
Kooi)
In viervoud gezonden aan Gedeputeerde Staten op 2 SEP. 1969
ST/AK