Agendapunt 11 Stiens, 20 oktober 1969.
Voorstel 69/156.
Onderwerps
Wijziging plaats
sportveldencomplex.
Aan
de gemeenteraad.
In uw vergadering van 28 januari 19^9 werd besloten tôt de aanleg van een
sportveldencomplex met kleedgelegenheid en cantine op een terrein ten
noorden van de Skilwei te Stiens.
Voor de uitvoering van dit plan werd een crediet beschikbaar gesteld van
f. 1.138.000,waarbij op een A.C.W.-subsidie werd gerekend van
f. 695*000,zodat een bedrag van f. 443.000,tan laste van de gemeente
blijft. Tevens werd een subsidie van f. 3.150»uitgetrokken voor de Stioh—
tizjg tôt exploitatie van een kleedgebouw met cantine. Ter verkrijging van de
A.C.W.-subsidie zijn de door de Grontmij opgemaakte plannen ingediend bij de
Provinciale Commissie voor de Werkgelegenheid.
Direct nadat ons collège in zijn nieuwe samenstelling voltallig was, hebben
wij ons omtrent de voortgang van de plannen tôt de aanleg van het sportvelden
complex beraden. Teneinde enig inzicht te krijgen in de mogelijkheden en moei-
lijkheden, die in andere gemeenten bij de aanleg van sportvelden naar voren
zijn gekomen, hebben wij een drietal sportveldencomplexen beziohtigd. Daarbij
is ons wel gebleken dat de moeilijkheden tôt realisering groter waren dan de
mogelijkheden. Het meest opvallende aspect, dat op aile drie plaatsen in het
00g sprong, was wel het advies, of beter gezegd de waarschuwing het complex
niet te klein op te zetten. Bij aile drie complexen was vrijwel direct na het
in gebruik nemen gebleken dat men te klein was begonnen.
Hoewel wij van oordeel zijn, dat het in onze gemeente ontworpen plan voor-
lopig wel voldoende zal zijn, hebben wij ons toch afgevraagd welke uitbrei-
dingsmogelijkheden op de geprojecteerde plaats aanwezig zijn. Daarbij zijn
wij tôt de conclusie gekomen, dat toekomstige uitbreiding vrijwel uitgesloten
is. Indien uitbreiding in de toekomst noodzakelijk zou blijken, zal dit in
de directe omgeving van het huidige complex niet mogelijk zijn, zodat een
tweede complex zal moeten worden gesticht. Hierdoor zal het beheer en het on—
derhoud eveneens moeten worden gesplitst, wat uiteraard kostenverzwarend zal
werken.
Daarnaast hebben wij ons afgevraagd of de huidige plaats ten opzichte van de
geprojecteerde woonkernen in het ontwerp-struktuurplan wel voldoende centraal
ligt. Wij zijn van oordeel, dat, indien dit struktuurplan gerealiseerd zal
worden en de dorpen Stiens—Britsum tôt êên dorp samengegroeid zullen zijn, een
meer centrale ligging in het centrum van deze nieuwe kern beslist de voorkeur
verdient. Op grond van deze overwegingen hebben wij onze stedebouwkundige om
trent de ligging van het sportveldencomplex advies gevraagd. Deze blijkt het
meest geporteerd te zijn voor een terrein direct ten oosten van de spoorlijn,
ten noorden van de Aldlânsdyk. Deze plaats wordt het meest geschikt geacht
door zijn centrale ligging, terwijl het complex in de vrij intensieve bebou—
wing tevens dienst zal doen als een groene zoom.
Wij kunnen ons met het advies van de stedebouwkundige verenigen. Op het ge—
kozen terrein kan een complex worden aangelegd dat in de directe behoefte kan
worden voorzien, terwijl uitbreiding in de toekomst mogelijk is, zonder dat het
beheer en onderhoud behoeft te worden gesplitst.