- 5 -
De heer Kuipers kan zich best begrijpen, dat de inwoners van Leeuwarderadeel ver-
baasd waren, toen bleek, dat het gemeentebestuur een geheel nieuw plan ter tafel
bracht. In eerste instantie heeft de raad vorig jaar een plan aangenomen. Ten
tweede zijn er plannen gemaakt en aan deze plannen zijn uiteraard kosten verbon-
den. Spreker vraagt zich af, wat men met deze plannen doet en hoe men de gemaak-
te kosten terug denkt te krijgen. Ten derde is het collège van burgemeester en
wethouders bang, dat het eerste plan niet aan de verwachtingen zal kunnen vol-
doen. De heer Kuipers meent te weten, dat het oude plan 6g- ha groot is. Deze op—
pervlakte is natuurlijk ruimschoots voldoende voor de aanleg van 6 speelvelden.
Ten vierde zou het nieuw aan te wijzen terrein meer centraal liggen, maar wat
maakt vandaag de dag één km meer of minder uit.
De heer Hi.idam kan zich niet begrijpen, dat men nu pas, nadat de raad al op 28
januari van dit jaar had besloten tôt de aanleg van nieuwe spcrtvelden, inziet dat
de oppervlakte te klein is en dat de ligging niet goed is. Spreker ziet niet in,
dat het geprojekteerde terrein te klein is, daar de mogelijkheid bestaat voor de
aanleg van 6 speelvelden, tennisbanen e.d.
Hij zegt voorts, dat wanneer de saneringsplannen doorgaan, men dan aonzienlijke
parkeerterreinen kan aanleggen.
De heer Tulner vindt het gezegdeî"beter ten halve gekeerd, dan ten hele ge-
dwaald"in dit geval bijzonder toepasselijk.
Hij is van mening, dat het nieuwe plan beter past in het kader van het bestem-
mingsplan en structuurplan voor het dorp Stiens. Het bestaande plan is aangenomen
omdat men zei, als dit niet aangenomen wordt, komt er helemaal niets van een
nieuw sportveldencomplex terecht. Spreker vraagt hoe groot het nieuw aan te wij-
zen terrein voor het sportveldencomplex maximaal is en hoe groot het bestaande
plan gemaakt kan worden. Hij vraagt tevens of de uitvoering ook wordt vertraigd
door de totaal nieuwe opzet en wanneer met de uitvoering kan worden begonnen.
De heer de Swart zegt het met het voorstel van het collège van burgemeester en
wethouders eens te zijn.
De voorzitter deelt mede, dat het hem al voor zijn installatie tôt burgemeester
bekend was, dat de behoefte aan goede sportaccomodatie enorm groot was.
Het is vaak een lange lijdensweg om tôt réalisâtie van sportvelden te komen. De
oude plannen zijn niet ineens van de baan, omdat wij gedacht zouden hebben, dat
daar toch niets van deugt, we beginnen maar weer opnieuw. De tweede of derde
week, dat ik burgemeester van Leeuwarderadeel was, heb ik de wethouders voorge-
steld enkele nieuwe sportveldencomplexen te bezoeken. Dan kon men de moeilijkhe-
den vememen, die zich na ongeveer 2 jaar voordoen bij dergelijke complexen.
Het collège van burgemeester en wethouders is achtereenvolgens in Jubbega, Hee-
renveen en Bolsward geweest en overal kregen we te horen: "denk erom, dat het
sportveldencomplex niet ingesloten komt te liggen". Het is n.l. veel duurder om
2 dan om 1 sportveldencomplex te exploiteren.
Spreker zegt voorts, dat het ingebruik nemen van een nieuw sportveldencomplex
een injectie geeft aan de sport; dan komen er naast voetbalverenigingen ook an-
dere verenigingen, die van het nieuwe complex gebruik willen maken. Het collège
van burgemeester en wethouders heeft de behoefte aan sportvelden opgevra.igd voor
een gemeente met het huidige inwonertal. Daarbij kwam naar voren, dat een sport
veldencomplex dan zo groot moet zijn, als het bestaande plan groot is. Enige
uitbreiding is daar niet meer mogelijk.
Dat zou betekenen, dat we het sportveldencomplex op een ander terrein moeten pro—
jecteren. Er is zojuist een opmerking gemaakt, dat men ook in het noorden fnoe"fc
bouwen en dat men de kerk in de midden moet laten. Moet men dan het sportterrein
als bouw bezien, zo vraagt spreker zich afIn de korte période, dat ik burge
meester van Leeuwarderadee1 ben, is het bejaardenprobleem naar voren gekomen. Het
bejaardenprobleem is in onze gemeente aanzienlijk. Onze gemeente heeft een vrij
cude bevolking en die moet ook onderdak hebben. Wij hebben toen aan onze stede-
bouwkundige gevraagd, waar moet een voorziening voor bejaarden komen en waar moet
het sportveldencomplex komen. Omdat de sport meestal door jeugdige personen wordt
beoefend, is voor het sportveldencomplex een kilometer meer of minder niet zo be—
