Agendapunt14 Voorstel 69/ 169 S t i e n s, 27 november 1969» Onderwerps Begroting 1970 Aan de gemeenteraad. Ter voldoening aan de desbetreffende bepalingen van de gemeentewet bieden wij u hierbij ter vaststelling aan de gemeente-begroting voor het dienst- jaar 19701 alsmede de begroting voor het gemeentelijk grondbedrijf voor dat jaar. Evenals de voorgaande jaren - het verhaal dreigt eentonig te worden - zijn wij er 00k thans niet in geslaagd u een sluitende begroting aan te bieden. Het tekort in de ontwerp-begroting, zoals deze u is aangeboden wordt ge- raamd op f 264.000,Dit tekort dient nog te worden verminderd met het op hoofdstuk I van de gewone dienst geraamde bedrag van f 47*875»wegens dekking van tekorten van vorige dienstjaren. Als gevolg van de toekenning van aanvullende bijdragen uit het gemeentefonds voor de jaren 1967 en 1968 en de verwachte uitkering voor het jaar 1969 zullen deze tekorten per 1 januari 1970 volledig zijn afgeboekt. Om administratieve redenen bleek het echter niet mogelijk hiermee in de ontwerp-begroting reeds rekening te houden. Nadat de genoemde bijdrage zal zijn afgevoerd (dit zal plaats vin- den bij de eerste wijziging) bedraagt het tekort voor 1970 nog f 216.125» Ten opzichte van 1969 kan wederom een licht herstel in de financiële posi- tie van de gemeente worden geconstateerd. Het oorspronkelijk tekort voor dat jaar bedroeg, na een noodzakelijke herberekening van het onderdeel so ciale zorg van de algemene uitkering, f 269.000,Voor dekking van te korten van vorige dienstjaren was daarin begrepen een bedrag van f 36.400,rond, welk bedrag, 00k weer door de toekenning van de aanvul lende bijdragen, zal kunnen worden verlaagd tôt f 10.000,rond. Als ge volg hiervan kan het oorspronkelijk tekort voor 1969 worden gesteld op f 259*000,Hierbij kan worden opgemerkt, dat in 1969 nog aanspraak kon worden gemaakt op een garantie-uitkering van f 28.980,welke uitkering m.i.v. 1970 volledig is vervallen. Hoewel ten opzichte van 1969 dus een licht herstel is opgetreden, is het tekort voor 1970 nog van een dusdanige omvang, dat het ons moeilijk valt nog een optimistisch geluid te laten horen. Qnder de huidige omstandighe- den lijkt het vrijwel uitgesloten, dat nieuwe kapitaalswerken, hoe drin- gend noodzakelijk 00k, binnen afzienbare tijd kunnen worden aangepalct. Uit het vorenstaande zal het u duidelijk geworden zijn, dat 00k voor het jaar 1970 weer een beroep op de ministers van binnenlandse zaken en van financi'én zal moeten worden gedaan om een aanvullende bijdrage uit het ge meentefonds. In dit verband willen wij nogmaals terugkomen op de verleende aanvullende bijdragen voor de jaren 1967 en 1968. Voor deze jaren werden zoals u bekend aanvullende bijdragen toegekend van respectievelijk f 300.000,en f 200.000,Uiteraard werd bij de berekening van deze bijdragen geen rekening gehouden met de lasten van nieuwe kapitaalsuitgar- ven. Het meest positieve resultaat van deze bijdrage-verlening is dan 00k geweest, dat de betreffende dienstjaren zonder tekort konden worden afge- sloten, waardoor de tekorten van vorige dienstjaren per 1 januari 1969 zijn teruggebracht tôt f 10.000,rond. Inmiddels heeft de inspecteur van gemeentefinanciën 00k de begroting voor het dienstjaar 1969 aan een onderzoek onderworpen. Op grond van dit onder- zoek menen wij er op te mogen rekenen dat voor 1969 een bijdrage zal wor den verleend van f 200.000,Bij de bepaling van dit bedrag zijn, even als voor 1967 en 1968, vrijwel aile uitgaven, welke in de loop van het jaar aan de begroting zijn toegevoegd, buiten beschouwing gelaten. Tijdens het onderzoek, dat overigens in een goede verstandhouding plaats vond,

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 49