- 4 - Hoofdstuk V. Volkshuisvesting Hieronder volgt het aantal voor bewoning gereedgekomen woningen tôt 21 no- vember 1969» Stiens s Hi.jum: Britsum: Jelsum; 4 34 3 52 woningwetwoningen premie-huurwoningen vrije sector-woningen particulière premiewoningen woningwetwoningen premie-huurwoning particulière premiewoning 1 particulière premiewoning totaal 103 woningen In uitvoenng: Stiens; 32 particulière premiewoningen 28 premie-huurwoningen 3 vrije sector woningen Hi.jum 1 particulière premiewoning Britsum; 1 particulière premiewoning Corn.jum; 1 particulière premiewoning In voorbereiding; Stiens; 25 particulière premiewoningen 3 vrije sector woningen Corn.jum: 9 woningwetwoningen Prognose: 103 woningen gereed in 1970# Krotopruiming, onbewoonbaarverklaring, doorstroming. In 1969 zijn tôt nu toe 12 woningen onbewoonbaar verklaard, terwijl 10 krotten werden afgebroken. In de aanleg van een woningkartoteek is vertra— ging ontstaan, als gevolg van ziekte van de daarmee belaste functionaris. Wij hopen dat dit werk in de loop van 1970 weer kan worden voortgezet. Ten behoeve van het krotopruimingsfonds werd voor in totaal 15 woningen premie ontvangen. Uit het fonds werd voor 4 gevallen in totaal f 2.60-»betaald. Door de minister van volkshuisvesting zijn inmiddels nieuwe maatregelen be— raamd om tôt een behoorlijke doorstroming te komen. Uit de pers zult u heb- ben vernomen, dat aan de gemeentebesturen en woningbouwverenigingen o»a» is verzocht te bevorderen dat zonodig de huurovereenkomsten voor goedkope wo ningen, die bewoond worden door huurders met hoge inkomens, worden be'ëin— digd# Voor de verlening van bijdragen ten behoeve van de doorstroming is een nieuwe regeling in de maak# Deze komt in het kort hierop neer, dat het rijk alleen aan de gemeenten die daadwerkelijk uitgaven voor doorstroming hebben gedaan, daarin een bijdrage zal verstrekken. Teneinde de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten tôt haar recht te doen komen ligt het in de bedoeling de bijdrage uit 's Rijks kas te stellen op 80% van de door de gemeente aan betrokkenen verleende tegemoetkoming, doch op ten hoogste f 1.000,per geval. Verder zal de rijksbijdrage slechts worden verstrekt, wanneer de huur van de woning, die verlaten wordt minder dan f 140,per maand bedraagt, terwijl van een bijdrage slechts sprake zal kunnen zijn, als de huur van de woning, waarheen wordt verhuisd, ten minste 50% hoger is. Uordt verhuisd naar een woning met een huur van meer dan f 250,per maand, dan wordt geen rijksbijdrage verleend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 55