- 5 - voor bouwvergunningen voor de hogere bouwsommen bij de algemene ontwikkeling is achtergebleven. Dit is een weinig wetenschappelijke benadering, zo vervolgt de heer Tulner. In het voorstel wordt gesproken van hogere bouwsommen, terwijl de laagste bouwsommen procentueel het zwaarst worden belast. Is het inderdaad nood— zakelijk, dat de dienst bouw- en woningtoezicht steeds verdergaande bemoeiingen met de bouw, verbouw etc. van gebouwen en woningen heeft. Het komt spreker voor, dat de stijgende kosten van het toezicht wel te drukken zijn door eenvoudiger re gels vast te stellen voor het toezicht op de naleving van de bouwverordening. Hij vindt het ook onjuist, dat de heffing van de leges is gebaseerd op de bouwsom van het werk. Men kan veel beter categorieën van bouwwerken en verbouwingen vast— stellen, om de te heffen leges te bepalen, omdat het thans voorkomt, dat de ene aanvrager 2x zoveel leges moet betalen voor een bouwwerk van gelijke grootte dan de andere, omdat de ene duurder materiaal gebruikt. De heer Tulner vindt de ar- gumentatie voor verhoging van de te heffen leges niet sterk en zou dan ook graag zien, dat het collège van burgemeester en wethouders het voorstel terugnam, ter nadere bestudering. De voorzitter antwoordt, dat het hier gaat om een verhoging, die ingevoerd wordt om de onrendabele kosten van het bouw— en woningtoezicht te dekken. In vergelij— king met de leges-verordeningen van enkele gemeenten blijkt, dat er onderling minimale verschillen bestaan. De stijgende loonkosten bij de dienst van gemeen— tewerken vervult het gemeentebestuur echter met zorg. De leges op de bouwsom was het enige punt, dat voor verhoging in aanmerking kwam, omdat op de andere punten de verschillen, zoals reeds is gezegd, minimaal zijn. Het toezicht op kleine verbouwingen vergt bijna evenveel tijd als het toezicht op de overige verbouwin gen. Als men daarbij-denkt aan het aantal uurlonen, dat met dit toezicht is ge- moeid, dan zijn de koston aanzienlijk. Het collège van burgemeester en wethouders is van oordeel, dat de reëele kosten teruggevraagd mogen worden. Een groot projekt vraagt uiteraard meer aandacht dan de kleinere verbouwingen, der— halve stellen burgemeester en wethouders ook voor om de te heffen leges op de kleinste verbouwingen op het oude bedrag te handhaven. Aangezien het toezicht door de technische ambtenaren dient te geschieden, ligt het uurloon vrij hoog, terwijl die lonen telkenjare ook het sterkst stijgen. Het bouw- en woningtoezicht is beslist noodzakelijk, omdat niet e ;n ieder met de bestaande voorschriftei op de hoogte is en een ieder zich zonder contrôle ook niet aan de geldende voor- sohriften zal houden. De voorzitter vindt het onmogelijk om het legestarief naar de categorieën van het soort bouwwerk of verbouwing vast te stellen, want dan zou men een hele tabel moeten aanleggen. Het verhogen van belastingen is altijd een onsympathieke maatregel, maar het gaat hier zuiver om de terugontvangst van ge— maakte kosten. De heer Tulner is van mening, dat het bouw- en woningtoezicht tôt de taak van het gemeentebestuur hoort. Men hoeft de gemaakte kosten dan ook niet volledig op de belanghebbenden te verhalen. De gemeente wil graag het eigen woningbezit bevor— deren. Het is dan ook onlogisch, dat men de regeling ongunstiger maakt, door ver hoging van de leges. De voorzitter antwoordt nogmaals, dat het collège van burgemeester en wethouders van oordeel is, dat een redelijk deel van de door de gemeente gemaakte kosten op belanghebbenden dient te worden verhaald. Wanneer de gemeente weer selfsupporting wil worden, zal er nog wel eens een "bittere pil" geslikt moeten worden. In ver— gelijking met de totale bouwsom is deze verhoging miniem. Mevrouw Bijlsma pleit in dit kader voor een soepel toezicht. De heer Tolsma is het volkomen met de voorzitter eens en begrijpt de redenatie van de heer Tulner dan ook niet. Men kan aile diensten, die de gemeente verleend kosteloos doen. Dit is echter niet haalbaar in verband met de financiële toe- stand van de gemeente. Het is de voorzitter niet bekend, dat het toezicht niet soepel is. De door de raad vastgestelde bouwverordening moet echter nageleefd worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 9