- 9 - vraagd, of de bouw van een nieuwe werkplaats, als gevolg van de heroriëntatie nog wel noodzakelijk en eoonomisch verantwoord is. De heer Ni.jdam vraagt, of men de 60 70 geestelijke gestoorden dan maar in een oude ambachtschool wil laten zitten. De voorzitter antwoordt dat men hem dit niet mag verwijten. Dit is namelijk be— slist niet wat hij wil. Hij wil echter wel, dat er op korte termijn een onder- zoek naar de noodzaak van de bouw van een werkplaats wordt ingesteld. Het is immers mogelijk, dat een heroriëntatie van de stichting "de drie gemeenten" deze bouw overbodig en daardoor ook eoonomisch onverantwoord maakt. Het gaat hier niet om een pakje sigaretten, maar om f 1.800.000,—, waar zeker nog 10$ bijkomt is f 2.000.000,—. De kapitaalslasten van minstens 8$+rente en afschrijving 10$. Dat betekent jaarlijks f 200.000,aan kosten. In verband met de heroriën tatie kan men zich afvragen, of dit geld niet beter gebruikt kan worden. Doordat Leeuwarden een zeer moderne werkplaats heeft, is het verlies daar ook gro— ter dan thans nog in Dokkum het geval is. Dit feit zal zioh in Dokkum echter ook voordoen, wanneer de nieuwe werkplaats klaar is. Spreker zegt niets ten nadele van Dokkum te willen zeggen, want het is êên van de beste werkplaatsen in de omgeving. Hij zegt, dat wanneer de raad het voorstel aan- neemt, maar de overige in de stichting deelnemende gemeenten aanvaarden het niet, dan betekent dat, dat Leeuwarderadeel geen bestuurlijke taak meer in Dokkum heeft. Deze taak heeft de gemeente in Leeuwarden echter ook niet. Dit levert met de ge— meente Leeuwarden in het geheel geen problemen op. Het gaat hier hoofdzakelijk om de toekomstige mogelijkheden voor de mensen, die in de werkplaatsen werken, Het zal financieel niet zo'n groot verschil zijn, bij welke regeling men zich aan— sluit. Het spijt de voorzitter, dat burgemeester en wethouders thans met dit voor stel njoeten koman, maar dat eist de wet nu eenmaal, Hij geeft de raad in ernstige overweging het onderhavige voorstel te aanvaarden, omdat men dan geen brokken maakt. De heer Tolsma is het met de voorzitter eens, dat het in de eerste plaats om de behandeling van de mensen gaat. Hij vindt het onaanvaardbaar, dat de gemeente Leeu warderadeel zijn bestuurlijke taak in Dokkum verliest, als de overige deelnemende gemeenten niet met dit raadsbesluit akkoord gaan. De voorzitter stelt voor het voorstel terug te nemen en eerst aan de andere ge meenten te vragen, of zij met de restrictie, die het collège van burgemeester en wethouders noodzakelijk aoht, akkoord kunnen gaan. De heer Tulner vraagt, hoe ver de onderhandelingen over een groter samenwerkings— verband zijn gevorderd. De voorzitter antwoordt, dat men oriënterende gesprekken voert. De heer Tulner vraagt zich af of de gemeenten Menaldumadeel en Barradeel niet aan andere regelingen deelnemen. De voorzitter zegt, dat deze gemeenten zich ook heroriënteren. Het is thans zo, dat praktisch aile gemeenten hun mensen naar 2 of meer verschillende werkplaatsen sturen. Daarom heeft men zich ook afgevraagd, of men niet tôt êên nieuwe regeling kan komen, die voor een zo groot mogelijk gebied geldt, Een dergelijke situatie lijkt de heer Tulner wel ideaal. Hij wijst er overigens wel op, dat men dan weer met het bezwaar van lange afstanden te maken kan krijgen. Be voorzitter antwoordt, dat voor een individueel geval het afleggen van een lange afstand noodzakelijk kan zijn, in verband met het feit, dat die verafgelegen werk plaats de meest geëigende werkplaats voor een bepaald geval kan zijn. En daar gaat het toch in de eerste plaats om, dat men de mensen kan plaatsen op werkplaatsen, die voor de verschillende personen - om wat voor reden dan ook - het meest geschikt zijn. De heer Nijdam vraagt de voorzitter om met konkrete feiten ter tafel te komen. Hij is van oordeel, dat de voorzitter nu "in de ruimte" praat. Spreker heeft het idee, dat het hier helemaal om het belang van Leeuwarden gaat, omdat de gemeente Leeu warden zelf zijn werkplaats niet volledig met eigen mensen kan bezetten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 17