Agendapunt 8
Voorstel 7n/'
Stiens,26 januari 1970
Onderwerp:
Salarismaatregelen per
1 januari 1970.
Aan
de gemeenteraad.
Bij circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 23 december 1969 werden
wij in kennis gesteld met de salarismaatregelen die per 1 januari 1970, voor de
rijksambtenaren werden getroffen.
Per 1 januari 1970 werden de salarissen met 4verhoogd, alsmede met de z.g.n.
overloop van de nacalculatie over 1969 ad. 0,66$, tezamen dus 5»2$.
Mocht het in het eerste kwartaal 1970 blijken dat het trendpercentage niet 4lr»
maar 5-g- of hoger had moeten zijn, dan wordt het alsnog per 1 mei 1970 bijgesteld.
De nacalculatie 1970 zal in september plaats hebben.
De arbeidstijd van hen die thans 43a uur per week werken wordt per 1 april 1970
teruggebracht tôt /\.2$g uur.
Hoewel de organisaties met de boven omschreven voorzieningen over het algemeen
wel konden instemmen, is in het rijksoverleg over het complex van salarismaat
regelen in zijn geheel per 1 januari 1970, geen overeenstemming bereikt.
Dit is een gevolg van de navolgende onderdelen van het wensenpakket van de
organisaties;
1. Het minimum-vakantie-verlof wordt dnor de Regering voor 1970 op 16 dagen ge-
bracht, was 15 dagen.
Eerst in de loop van 1970 zal kunnen worden gesproken over een verder gaande
verhoging tôt 17 dagen in 1971»
Aan de algemene wens van de centrales om nu reeds af te spreken, dat in 1971
het minimum-vakantie-verlof 17 dagen zal bedragen, kon de staatssecretaris
niet voldoen.
Opgemerkt wordt, dat in de gemeente Leeuwarderadeel het minimum-vakantie-
verlof 20 dagen bedraagt
2. Over de invoering van spaarloon en een verhoging van het franchise-bedrag
van het pensioenpremieverhaal en de samenhang tussen A.O.W./A.W.W. en de ambte-
lijke pensioenen zal in het eerste kwartaal van 1970 aan de hand van daarvoor
op te stellen nota's nader overleg worden gevoerd.
Gezien de gecompliceerdheid van beide vraagstukken kon de staatssecretaris
hierover nog geen positieve toezeggingen doen.
3. Eventuele maatregelen ter inhaling van voor de hogere ambtenaren (van schaal
103 hoofdcommies af) te «onstateren achterstanden, zullen eerst eind 1970 in
het kader van de structurele herziening van het Bezoldigingsbesluit Burger-
lijke Rijksambtenaren aan de orde komen.
De Minister geeft in zijn bovenaangehaalde circulaire aan de gemeentebesturen in
overweging, soortgelijke maatregelen als voor de rijksambtenaren per 1 januari
1970 zijn gerealiseerd, 00k voor het gemeentepersoneel te treffen.