"6. In bepaalde gevallen, zulks naar het oordeel van burgemeester en wet-
11 houders, kan voor het bezit van andere diplo.ua's of akten waarvan het be-
zit in het belang is van het dienstonderdeelwaarbij de ambtenaar werk-
zaajn is, een toelage worden toegekend, evenwel met dien verstande dat de
waardering voor deze diploma's of akten zich beperkt tôt de bedragen., welke
zijn verbonden aan de akten of diploma's genoemd in het eerste lid van dit
artikel".
Artikel IV.
Artikel 18, lid 2, van de Bezoldigingsverordening 1965 wordt gelezen alsvolgt:
"2. Het grensbedrag, bedoeld in het vorige lid, bedraagt bij een leeftijd van de
ambtenaar van;
20 jaar f. 370,per maand.
19 jaar - 359»per maand.
18 jaar - 348,per maand.
17 jaar en
jonger - 339»P«r maand."
Artikel V.
Het in artikel 24, lid 2, van de Bezoldigingsverordening 1965 genoemde maximum-
bedrag wordt verhoogd tôt f. 103»25 per maand.
Artikel VI.
Deze verordening treedt in werking op;
a. 1 januari 1970 voor zover zij betrekking heeft op de ambtenaren wier bezol-
diging per maand wordt uitbetaaldj
b. met ingang van de eerste dag van de loonweek, waarin 1 januari 1970 valt,
voorzover zij betrekking heeft op ambtenaren, wier bezoldiging of loon per
week wordt uitbetaald.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn
openbare vergadering van 29
de secretaris.' de vdorzitter,
In viervoud aan gedeputeerde staten gezonden op 30 jan. 1970
at/k