- 3 - dere gemeente in het geheel geen subsidie verleent. Dan zou êên gemeente als het ware voor twee gemeenten subsidiëren. Dit vindt spreker een groot bezwaar. Mevrouw Bi.jlBma merkt op, dat het werk van de stichting thans niet zozeer nazorg B.L.O. is, maar meer voorbereiden van dingen, die in de toekomst mogelijk zijn, zoals b.v. bouw scholen. In een dergelijke situatie kan men niet volstaan met een subsidie per geval, omdat de stichting veel meer doet. Zij is het wel met de vo- rige sprekers eens, dat hier een taak ligt voor de rijksoverheid, temeer omdat de gemeenten 80$ van het verleende subsidie van het rijk terugontvangen. De voorzitter antwoordt, dat uit het voorstel ook wel blijkt, dat het collège van burgemeester en wethouders het met de huidige gang van zaken niet eens is. Anders had het collège niet van het advies afgeweken, door uitdrukkelijk te stellen dat het slechts voor het jaar 1970 wordt verleend en dat er verder geen consequentie ten opzichte van volgende jaren aan mag worden verbonden. Spreker zegt het ook onjuist te vinden, dat dergelijke instellingen ieder jaar weer moeten bedelen om het benodigde geld bij elkaar te krijgen* Hij heeft het idee, dat men ook deze zaken afschuift op de lagere overheden. Dit onjuist, omdat de volksgezondheid een algemeen belang is en beslist niet alleen plaatselijk. Het voortbestaan van deze stichting is echter zeer belangrijk, omdat ze erg goed werk doet. Daarom stelt het collège van burgemeester en wethouders ook voor een êênmalig subsidie te verlenen. Men kan de zaak dan volgend jaar opnieuw bezien. De voorzitter voelt er wel voor om een protest te laten horen, want ook hij is van oordeel, dat voor de subsidieverlening een uniforme regeling dient te komen, omdat de voortgang van de werkzaamheden van dergelijke instellingen dan beter ge- waarborgd is. Zonder verdere discussie en zonder hoofdelijlce stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 5. Voorstel tôt aankoop van elf onbewoonbaarverklaarde woningen aan de Spoarbuert te Stiens. (voorstel 70/4) De heer Hijdam vindt de prijs vrij hoog en wil dan ook weten, hoeveel de gemeente voor de woningen terugontvangt uit het krotopruimingsfonds. Spreker vraagt even— eens hoe groot de oppervlakte is van de aan te kopen grond. Mevrouw Stolte zegt veel voor de aankoop van deze woningen te voelen. Bij haar rijst echter wel de vraag, wat er na aankoop met de woningen gaat gebeuren. Ze heeft namelijk gehoord, dat thans reeds een woning in gebruik is voor het stallen van auto5s en dat i3 volgens haar niet de bedoeling. Spreekster wijst op een zelf— de situatie in Hijum. Daar staan aan het begin van het dorp ook een aantal woningen reeds een half jaar leeg. Ze vraagt of het ook mogelijk is, dat daar iets aan wordt gedaan. De heer Tulner meent te weten, dat enkele bewoners van de aan te kopen woningen aan de Spoarbuert te Stiens een huurkoopovereenkomst met de heer Boukes hebben ge- sloten. Spreker vraagt zich sif, of de heer Boukes bevoegd is in een dergelijk ge val de woningen te verkopen. Hij vraagt ook, wat men dehkt te doen met de huidige bewoners De voorzitter deelt mede, dat de gemeente ongeveer hetzelfde bedrag voor de woninr- gen terug krijgt, als ze moet betalen. Spreker zegt dan ook blij te zijn, dat de woningen nu kunnen worden aangekocht en dat deze aankoop niet in 1969 heeft plaats— gevonden, omdat de rijksregeling thans aanzienlijk gunstiger is dan in 1969 het geval was. Deze transactie is dan ook op zakelijke gronden uitgesteld. Het collège van burgemeester en wethouders is blij, dat thans met de heer Boukes overeenstero— ming is bereikt, omdat het collège van burgemeester en wethouders van oordeel dat de woningen zo snel mogelijk moeten worden afgebroken. Hij zegt, dat voor de huidige bewoners zo spoedig mogelijk nieuwe passende woon— ruimte moet worden gevonden, omdat ze thans in woningen leven, waarvan men de slechte toestand anno 1970 niet voor mogelijk had gehouden. De woningen moeten als het enigszins kan binnen een week na de feitelijke aankoop worden afgebroken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 5