Agendapunt 11
Voorstel 70/10
Stiens, 21 januari 1970
Onderwerps
gemeenschappelijke regeling
sociale werkvoorziening.
Aan
de gemeenteraad,
Per 1 januari 19^9 is in werking getreden de Wet Sociale Werkvoorzienings
(W.S.W.welke wet in de plaats is gekomen van de Gemeentelijke Sociale
Werkvoorzieningsregeling voor Handarbeiders en de Sociale Werkvoorzienings—
regeling voor Hoofdarbeiders.
Op grond van de bepalingen van deze nieuwe wet zijn de gemeenten verplicht
te bevorderen, dat lichamelijke, geestelijke of karakterologische gehandi-
capten, de gelegenheid krijgen om overeenkomstig de bepalingen van de wet
passende arbeid te verrichten.
Van ieder gemeentebestuur wordt verwacht, dat het op het terrein van uit-
voering van de wet actief is. Deze activiteit moet er in de eerste plaats
op zijn gericht, dat de gemeente zich er bij voortduring van vergewist
welke in de gemeente woonachtige personen in de sociale werkvoorziening
kunnen en willen worden opgenomen.
Daarnaast dient aandacht te worden geschonken aan het beschikbaar zijn van
voldoende aangepaste werkgelegenheid, wat kan worden verwezenlijkt door het
aanwijzen van een werkverband in eigen beheer of het zoeken van samenwerking
met andere gemeenten tôt instelling van werkverbanden. Voor kleinere gemeenr-
ten zal om praktische reden vrijwel altijd de laatste oplossing moeten worden
gekozen.
Ter uitvoering van de bepalingen van de nieuwe wet is met de gemeenten Barra—
deel, Het Bildt en Menaldumadeel reeds een gemeenschappelijke regeling aange-
gaan tôt het beheer van êên of meer werkverbanden voor sociale werkvoorzie
ning op tuinbedrijven, buitenobjecten en andere in het raam van die regeling
passende objecten in de samenwerkende gemeenten. Voor de op "buitenobjecten"
tewerkgestelden is hiermee voldaan aan de in de wet vastgelegde opdracht tôt
bevordering van de sociale werkvoorziening.
Uiteraard heeft de invoering van de nieuwe wet de vraag doen rijzen op welke
wijze de situatie met betrekking tôt de werkplaats van de Stichting "De Drie
Gemeenten" te Dokkum aan de gewijzigde omstandigheden moet worden aangepast.
Zoals u bekend werd bij raadsbesluit van 31 januari 1964 besloten deel te
nemen in deze stichting, welke zich blijkens haar statuten ten doel stelt in
de ruimste zin van het woord arbeid te bevorderen voor minder valide arbeids-
krachten. Hierdoor verkreeg de gemeente het recht gehandicapten op de werk
plaats en op het tuinbouwbedrijf van de stichting te plaatsen, terwijl tevens
de bevoegdheid tôt het benoemen van vertegenwoordigers in het bestuur van de
stichting werd verkregen.
Omtrent de aanpassing van de bestaande verhouding aan de VJ. S.W. met de in de
stichting deelnemende partners is herhaaldelijk overleg gepleegd. Daarbij
werd in de eerste plaats nagegaan, welke rechtsvormen mogelijk waren waaronder
de samenwerking onder de nieuwe wet zou kunnen worden voortgezet. Het bleek
dat handhaving van de bestaande stichting mogelijk was, maar dan zouden bepaal-
de bevoegdheden van de gemeenten op het gebied van de sociale werkvoorziening
aan de stichting moeten worden overgedragen. Daarom werd er unaniem de voor-
keur aangegeven de bestaande stichting te handhaven en de werkplaats en het
tuinbouwbedrijf van de sticbxing aan te wij zen als werkverbanden voor de
samenwerkende gemeenten.