- 9 - De heer de Swart onderschrijft, hetgeen de heer Tolsma heeft gezegd. De voojrzitter zegt, dat het hem niet hekend was, dat meh die ene lantaarn in Hijum op een andere plaats wilde hebben. Het collège van burgemeester en wet— houders zal in overleg met de direlcteur van gemeentewerken nagaan, of een ver- plaatsing van de lantaarn de openbare verlichting in Hijum ten goede komt. Indien dit het geval is, zal dit zeker gebeuren. Hij spreekt de hoop uit, dat het P.E.B. tôt een spoedige plaatsing van de lantaarns zal overgaan. Het P.E.B. hoopt, dat de plaatsing voor de volgende winter is voltooid. Zonder verdere discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Vervolgens stelt de voorzitter punt 14 van de agenda aan de orde. 14. ^ehandeling _struktuurplan. (voorstel 70/36) De voorzitter geeft het woord aan de heer Kuipers, direkteur gemeentewerken. De heer Kuipers begint met het uitleggen van de verschillen, die er bestaan tus— sen bestemmingsplannen voor het buitengebied, bestemmingsplannen voor de be- bouwde kom en struktuurplannen. Er staan wegen op het struktuurplan, die een belangrijke itfijziging van het wegenpatroon inhouden. De heer de Swart is van mening, dat deze kaart alweer verouderd is, omdat de nieuwe weg uit de gemeente het Bildt niet is aangegeven. De direkteur gemeentewerken antwoordt, dat de gemeente Leeuwarderadeel nog geen tracé voor deze weg heeft aangegeven. De heer Ni.jdam zegt, dat de situatie bij de Britsumerdyk hem niet geheel dui- delijk is. De oude Brêdyk houdt daar op en gaat dan naar het 00sten. Spreker wil hierover graag een nadere uitleg. De direkteur gemeentewerken zegt, dat het een vreemde situatie is, die het ge— volg is van de gedachtengang van de stedebouwkundige. De heer Ni.1 dam is van mening, dat de aangegeven weg van Britsum naar Cornjum juist is, want dit kan een zeer drukke weg worden. De direkteur gemeentewerken is van mening, dat de bestaande weg voldoende is om het onderlinge verkeer tussen de dorpen te verwerken, daar de meeste mensen, die naar Leeuwarden gaan, van de hoofdweg gebruik zullen maken. De heer Tulner is van mening, dat de wegen, aangegeven op het eerste plan, beter zijn dan die op het tweede plan zijn aangegeven. Omdat het aantal auto1s steeds zal toenemen, is spreker van oordeel, dat de wegen zoveel mogelijk buiten de be— bouwde kommen moeten komen te liggen. Dit komt namelijk de verkeersveiligheid ten goede. De plaatsen van of voor de sportvelden moeten duidelijk worden aangegeven. Hij vraagt, of het collège van burgemeester en wethouders 00k een lijstje van prioriteiten heeft opgemaakt. Bij de uitvoering van het struktuurplan moet men, gezien de groei van de bevol- king, met de maximum cijfers rekening houden. De direkteur gemeentewerken is van mening, dat de wegen juist op de kaart staan aangegeven. Het is maar net aan welke wegenaanleg men de prioriteit zal geven. De heer Tulner constateert, dat op de kaart alleen de Brêdyk en de wegen ten oosten daarvan zijn aangegeven. Aan de westkant zijn in het geheel geen nieuwe wegen gepland. De direkteur gemeentewerken zegt, dat dit komt, omdat aan de westkant in het ge heel geen bebouwing is. Op de kaart staat 00k een weg aangegeven, die niet op het provinciaal wegenplan staat. Spreker zou dan 00k niet weten, wie de aanleg zou moeten en kunnen betalen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 17