- 10 De voorzitter zegt, dat er aan bepaalde zaken zeker prioriteit zal worden ge— geven. De kracht van deze gemeente is, dat er voldoende bestemmingsplannen klaar zijn, zodat er volop gebouwd kan worden. De heer Tblner is het met de beantwoording van zijn vragen eens. Ook hij is van mening, dat het om een bepaalde struktuur gaat, maar dat het struktuurplan geen definitieve beslissingen inhoudt. Om de toename van de bevolking op het platteland te bevorderen, moeten er goede voorzieningen voor de verbetering van de leefbaarheid in de dorpen aanwezig zijn, zo zegt de heer Beeksma. Spreker zou het toejuichen als nu reeds grond werd aangekocht voor het aanleggen van de nieuwe wegen. De voorzitter antwoordt, dat dit onmogelijk is, daar het tracé van de wegen nog niet definitief vastligt. Mevrouw Bi.jlsma zegt weinig te voelen voor de geplande weg van Cornjum, die aan— sluit op de E 10. Deze weg is volgens spreekster overbodig, omdat het maar en- kele kilometers korter is. Zij vraagt ook, of de onderlir^e verbindingen tussen de kruisingen enig nut hebben. De direkteur gemeentewerken antwoordt, dat het nu nog een doodlopende weg be— treft, maar zodra deze weg wordt doorgetrokken hebben de onderlinge verbindin gen geen nut meer. Mevrouw Bi.jlsma vraagt, of er reeds plannen bestaan, om de weg langs de Dokku- mer Ee te realiseren. De direkteur gemeentewerken antwoordt, dat de grontmij. hiervoor een plan maakt. Mevrouw Stolte is van mening, dat de gemeente de wegen moet aansluiten volgens de tracé's, die de provincie, of het rijk vaststelt. De direkteur gemeentewerken bevestigt dit en merkt op, dat dit ook overal is gebeurd, maar dat het gemeentebestuur van Leeuwarden het hier niet mee eens is. Mevrouw Bi.jlsma meende, dat er een weg vanaf het nieuwe industrieterrein te Stiens naar de rondweg was gepland. De direkteur ^ejneentewerken antwoordt, dat het gemeentebestuur de s tedebouwkun— dige verzocht heeft een mogelijke industrievestiging te onderzoeken. Mevrouw Stolte vindt, dat er voldoende ruimte tussen de bebouwing in de nieuwe bestemmingsplannen moet zijn. Dit verhoogt namelijk de leefbaarheid. De direkteur gemeentewerken antwoordt, dat het gemeentebestuur daar reeds reke— ning meehoudt. In het bestemmingsplan Stiens Zuid I is de bebouwing 37 wonin— gen per ha, in Zuid-Oost rekent men op 15 woningen per ha„, zodat er aanzien- lijk meer ruimte tussen de woningen komt. Mevrouw Stolte vraagt, of er in Hijum nog bouwrijpe grond aanwezig is. Dit zijn 5 terreinen, zo zegt de direkteur gemeentewerken. De heer Tolsma merkt op, dat zoveel mogelijk met de op— en aanmerkingen van de gemeenteraad rekening is gehouden. Spreker vraagt, of er vanuit de dorpen, tus sen Stiens en Leeuwarden gelegen, de mogelijkheid bestaat om op de nieuwe ver- keersweg te komen. De direkteur gemeentewerken antwoordt, dat deze mogelijkheid bestaat vanuit Jelsum, Britsum en Stiens. Dus niet vanuit Cornjum. De heer Soepboer wil al het besprokene concretiseren: de Cornjumer Nijlânsdyk houden zoels hij isj de verbinding tussen Cornjum en het Jelsumer Oudland niet aanbrengenj de aansluiting vanaf de eerste zuidweg op de Menno van Coehoornwei ook duidelijk laten aansluiten op de bestaande, maar ook op de toekomstige weg§ voorlopig de verbindingsweg Skrédyk - Ee aanhouden? de aansluiting ten oosten van Britsum vanuit Stiens op Britsum weer op de kaart aangeven§ het groenplan

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 19