Zonder verdere discussie en zonder hoofdelijke stemming worden de notulen vast- gesteld, zoals zij de leden van de raad in concept zijn toegezonden. Ingekomen stukken en mededelingen. (voorstel 70/26) De heer Ni.idam vraagt naar aanleiding van punt 10, wat de financiële consequen- ties zijn van de uittreding uit de stichting "de drie gemeenten". De voorzitter antwoordt, dat aan deze uittreding geen financiële consequenties zijn verbonden. De heer Ni.idam zegt, dat de raad destijds heeft besloten een aan te gane geld- lening te garanderen. De heer Soepboer antwoordt, dat de raad indertijd weliswaar een dergelijk be- sluit heeft genomen. Maar aan dit besluit is door gedeputeerde staten goedkeu- ring onthouden, zodat de gemeente niet aansprakelijk is. Met betrekking tôt punt 20 merkt de heer Beeksma op, dat het collège van burge- meester en wethouders een paar kernpunten lichten uit het mémorandum van de F.N.P. Punt A - over de achterstelling van het platteland - wordt door burge- meester en x>?ethouders onderschreven. Spreker vraagt zich af, of het collège van burgemeester en wethouders er niet voor voelt, om in de punten D en E verande- ring aan te brengen. De voorzitter antwoordt, dat er een bepaalde verdeelsleutel voor het beschik- baar stellen van financiën moet zijn. Men kan niet aile gemeenten op ëên lijn stellen. In zijn uiteenzetting zegt hij o.a.dat in de raad van de gemeente- financiën, die thans de gelden over de gemeenten verdeelt, zowel de grote als de kleine gemeenten zijn vertegenwoordigd. Er kan nooit een beter collège wor den samengesteld dan dit. Men heeft nu ook inspraak in de verdeling. De voor zitter is van oordeel, dat tussen de grote en kleine gemeenten in financieel opzicht inderdaad verschillen bestaan, zodat men niet kan stellen, dat de in- woners van aile provincies gelijk moeten worden behandeld. Men zal tôt een eer- lijker verdeling der financiën moeten komen door het toepassen van een andere verdeelsleutel. Naar aanleiding van punt 17 zegt mevrouw Bi.jlsma. dat zij in de krant gelezen heeft, dat in Leeuirarderadeel 47 kleine gezinswoningen zullen xiiorden gebouvjd. Zij meent te weten, dat er ook wel eens sprake is gex«reest van de bouw van 24 bejaardenwoningen en wil daaromtrent gaarne nad.er worden geïnformeerd. De voorzitter antwoordt, dat er door de beperkte toewijzing van woningen in de woningwetsector naar andere wegen wordt gezocht om toch woningen te kunnen bouwen. De wonings tichting "Leeuwarden-Leeu'Tarderadeel" tracht de bouw van wo ningen te realiseren in de premie— of in de vrije sector. Hiervoor moeten voor het verkrijgen van het eigen aandeel in de financieringsmiddelen echter de re serves van de stichting xorden aangesproken en de overxtfaarde van het oude wo- ningenbezit worden bezx»7aard. Men probeert zo zuinig mogelijk met deze reserves om te springen teneinde de ^oningbouw buiten de woningwetsector ook in de toe- komst te kunnen voortzetten. Het vorig jaar is in Friesland een stichting opgericht, die zich o.a. bezig houdt met de bouw van zogenaamde kleine gezinswoningen of bejaardenwoningen. Deze stichting x*ras bereid in Leeuwarderadeel 47 van deze kleine gezinswoningen te bouwen, wat uiteraard een x^elkome aanvulling van de woningvoorraad betekent. De te bouwen woningen zullen uiteindelijk weer aan de woningstichting worden overgedragen. Om de bouwkosten te drukken en daardoor ook de huren, worden de x'oningen in xrrij grote aantallen tegelijk gebouwd, waardoor men alleen bereid was in Stiens te bouwen. Mewouw Bi.jlsma xrraagt hoe het dan komt met de bouw van de vier bejaardenwonin gen in Jelsum.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 3