Concept-overeenkomst van Geldlening
Tussen de WONINGST-ICHTING IN DE GEMEENTEN LEEUWARDEN EN LEEUUARDERADEEL, geves-
tigd te Leeuwarden, als geldneemsterm hierna te noemen "de geldneemster", inge-
volge artikel 15 van haar statuten vertegenwoordigd door de Heren J. Stienstra,
wonende te Leeuwarden, voorzitter, S. v.d. Knoop, wonende te Leeuwarden, secre—
taris, en J. Brandsma, ''onende te Stiens, penningmeester, met machtiging van het
Bestuur dd. handelende krachtens en ter uitvoering van het
besluit van haar Bestuur dd. tôt het aangaan van een geld
lening groot f 820.000,welke zal worden verstrekt door:
voor
voor f
en
het Gemeenschappelijk Administratiekantoor, (of een of meer bij dit kantoor in
administratie zijnde fondsen), gevestigd te Amsterdam, als geldgeefster, hierna
te noemen "de geldgeefster", vertegenwoordigd door
is aangegaan een overeenkomst van geldlening ten bedrage van f 820.000,
(ACHTHONDERD TWINTIGDUIZEND gulden),
onder de navolgende voorwaardens
1. De geldgeefster verbindt zich aan de geldneemster ter leen te verstrekken een
som van f 820.000,tegen een koers van 99 7/8 onder voorwaarde dat deze
lening door de Gemeente Leeuvarderadeel zal worden gegarandeerdf
2. De geldgeefster verbindt zich om het bedrag der geldlening groot 820.000,
aan de geldneemster te voldoen tegen afgifte van behoorlijke getekende en ge-
zegelde schuldbekentenissen ingevolge het bepaalde sub 1, onder inhouding op
elke termijn 1-%- disagio, in vier termijnen elk groot f 205-000,verval-
lende op 1 februari 1971, 1 april 1971, 1 juni 1971 en 2 augustus 1971, door
storting op de rekening van de Gemeente Leeuwarderadeel bij de N.V. Bank
voor Nederlandsche Gemeenten, s-Gravenhage ten gunste van de geldneemsterj
3. De geldneemster verbindt zich om, gerekend vanaf de gemiddelde stortingsdatum
1 mei 1971) over het opgenomen, onafgeloste nominale bedrag der geldlening
een rente te betalen berekend naar 8 5/8 (acht en vijf/achtste ten honderd)
per jaar alsmede om het bedrag der geldlening terug te betalen in 40 jaar en
met de verschuldigde rente te storten in jaarlijkse annuïteiten van
f 73.407,56 (DRIEENZEVENTIGDUIZEND VIERHONDERDZEVEN GULDEN EN ZESENVIJFTIG
CENT).
De stortingen der annuïteiten zullen plaatsvinden op 1 mei van elk jaar, voor
het eerst op 1 mei 1972 en voor het laatst op 1 mei 2011, met dien verstande
dat de helft van het in de annuïteit begrepen rentebestanddeel telkens een
half jaar eerder zal worden voldaan, derhalve op 1 november 1971, enzovoorts.
4. Versterkte aflossing zal v66r 1 mei 1981 niet mogen plaats hebben. Op of na
1 mei 1981 heeft de geldneemster het recht uitsluitend op de aflossingsver-
schijndata tôt versterkte aflossing over te gaan, mits van haar voornemen
tenminste drie maanden tevoren schriftelijk aan de geldgeefster wordt kennis
gegeven met vermelding van het juiste bedrag der aflossing. De bedragen over-
eenkomstig dit artikel afgelost, zullen gerekend worden allereerst te zijn be-
taald in mindering van de laatste aflossingstermijn, daarna van de vôôrlaat-
ste en zo vervolgens.
5. De geldneemster zal tegelijk met en over het bedrag, dat zij aflost boven het
sub 3* bepaalde aan de geldgeefster een boete verschuldigd zijn van 1-J- (an-
derhalf ten honderd), indien zij van haar bevoegdheid sub 4» gebruik maakt
v66r 1 mei 1986 en een boete van 1 (êên ten honderd), indien zij van deze
bevoegdheid op of na 1 mei 1986 gebruik maakt.
6. Aile betalingen zullen zonder kosten voor de geldgeefster worden gedaan op de
rekening van
bij