Aan
burgemeester en wethouders der
gemeente Leeuwarderadeel
e n
de raad der gemeente Leeuwarderadeel.
Onderwerp; Stiens, 15 april 1970.
bezwaarschriften
hondenbelasting
De commissie administratief beroep, bestaande uit de raadsleden T. Kuipers,
voorzitter, W. J. Nijdam en P. Tulner, leden, heeft in een vergadering, ge—
houden op dinsdag 14 april j.l., behandeld de ingekomen bezwaaxschriften
tegen de aanslag in de hondenbelasting 1969 van M. van der Galiën, Bure—
fenne 2 te Stiens en G. Mud, Holdingawei 69 te Finkura.
Appellanten zijn in de gelegenheid gesteld ten overstaan van de commissie
hun bezwaren mondeling toe te lichten, van welke mogelijkheid door beide
gebruik is gemaakt.
Bezwaaxschrift M. van der Galiën.
Aan van der Galiën is een aanslag in de hondenbelasting opgelegd van
f 25,zijnde het taxief voor een luxe hond. Hiertegen heeft betxokkene
een bezwaarschrift ingediend, omdat deze hond naax zijn oordeel moet wor—
den beschouwd als een bedrijfshond.
Tegenover de commissie verklaaxde van der Galiën, dat hij bij zijn bedxijf
veel ovexlast van ratten ondervindt. Aanvankelijk heeft hij de hulp van de
gemeentelijke rattenbestrijdingsdienst ingeroepen, doch toen dit niet af—
doende bleek en bovendien enig kleinvee stierf als gevolg van het ratten—
verdelgingsmiddel, zag hij zich genoodzaakt een hond voor de rattenbestrij-
ding aan te schaffen. Het dier wordt verder gebruikt bij de mollenjacht.
De commissie is bereid deze verklaring van de heer van der Galiën te ac—
cepteren en het bezwaar van deze appellent gegrond te verklaren en stelt u
voor de betreffende hond als bedrijfshond aan te merken en de belasting
dienovereenkomstig nader vast te stellen op het voor deze catégorie honden
geldend tarief van f 20,
Bezwaerschrift G. Mud.
Aan G. Mud is een aanslag in de hondenbelasting opgelegd van f 25,zijn
de het tarief voor een luxe hond. Hiertegen is een bezwaarschrift inge
diend omdat de betreffende hond volgens appellant moet worden beschouwd als
een waakhond. Volgens het bezwaarschrift wordt de hond namelijk gehouden
voor het bewaken van eigendommen en erf.
De echtgenote van de heer Mud, die het bezwaar tegenover de commissie mon
deling toelichtte, heeft niet aannemelijk kunnen maken, dat de stabijhond
uitsluitend wordt gehouden voor het bewaken van eigendommen en erf. Toe-
gegeven werd, dat de hond soms vrij in de woning rondloopt en een enkele
keer op de openbare weg komt.
Op grond hiervan is de commissie van oordeel, dat de hond van betrokkene
niet kan worden aangemerkt als waakhond en stelt u voor het bezwaarschrift
van de heer Mud ongegrond te verklaren.
De commissie voornoemd,
T. KUIPERS, voorzitter
W.J. NIJDAM
vdk/b P. TULNER