- 5 -
22. In artikel 68 wordt lid 1 vervangen door:
"1. Vloeren van ruimten van "tôt bewoning bestemde gebouwen, met uitzonde-
ring van vloeren van bergplaatsen en kelders en van toegangen tôt
bergplaatsen en kelders, moeten ten minste liggen:
a. 20 cm boven de hoogte van de weg§
b. 15 cm boven het bij het gebouw aansluitende erf, indien dit erf
hoger ligt dan de weg.
De in lid 2 genoemde maat van "75 cm" wordt gewijzigd in "50 cm".
23. In artikel 72 wordt lid 4 vervangen door:
"4. De in lid 3 voorgeschreven breedte moet ten minste over een lengte
van 3 m aanwezig zijn, indien de kamer ten minste 3,85 m breed is en
ten minste over een lengte van 3,3 m bij een kleinere kamerbreedte
dan 3,85 m. De breedte van de kamer mag echter nergens minder dan
2,5 m zijn."
24. In artikel 77 wordt lid 1 als volgt gelezen:
"1. Balkonsveranda's, loggia's en platten, die door deuren in verbin-
ding staan met het gebouw, waartoe zij behoren, moeten aan elke open
zijde zijn voorzien van een balustrade met een hoogte boven het be—
treedbare oppervlak van:
a. ten minste 1 m, indien het betreedbare oppervlak lager dan 12,5 m
boven peil ligtf
b. ten minste 1,2 m, indien het betreedbare oppervlak 12,5 m of hoger
boven peil ligt.
De balustrade mag niet meer dan 5 cm buiten de rand van het betreedbare
oppervlak zijn aangebracht en moet zodanig zijn uitgevoerd dat geen ge—
vaar bestast voor het doorvallen v^n of het overklauteren door kleine
kinderen.
en lid 3 als volgt:
"3. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in de leden 1 en 2
in bijzondere gevallen.
25. In artikel 80 wordt lid 2 vervangen door:
"2. Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tôt:
a. aantal, afmetingen en ligging van de in lid 1 bedoelde ruimtenj
b. de inrichting van êén of meer van de badruimten en privaten ten
behoeve van het gebruik door invaliden.
26. In artikel 84 worden in lid 3 de woorden "een kamer of" geschrapt.
27. In artikel 87 wordt in lid 3 het woord "toegangsportalen" vervangen door:
"toegangsportalen en -gangen.
28. In artikel 89 wordt lid 2 alsvolgt gelezen:
"2. vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in de eerste alinéa
van lid 1
a. voor andere dan tôt bewoning bestemde gebouwen, indien de con—
structie en de afmetingen van de trap zodanig zijn, dat deze 00k
bij ongunstige weersomstandigheden voldoende veilig begaanbaar
blijftj
b. voor tôt bewoning bestemde gebouwen, indien zich binnen een hori
zontale afstand van 80 m van elke woning een trap bevindt die vol-
doet aan het bepaalde in de eerste alinéa van lid 1."
29. In artikel 91 worden in lid 1, onder b, de woorden "in eengezinshuizen"
gewijzigd in "binnen woningen".