- 4 - Mevrouw Stolte is dit beslist niet met de heer Tulner eens. Dan zouden namelijk de kinderen, die achteraf wonen de dupe worden. Zij is van mening; dat wanneer men het vervoer van de kinderen wil regelen, dit voor iedereen in gelijke mate moet gelden. Mevrouw Bi.ilsma zegt dat zij ook voor de regel voelt: iedereen kan vervoerd worden op kosten van de gemeente, of niemand. De voorzitter antwoordt, dat de kinderen, die het meest afgelegen wonen de grootste risico's lopen, wanneer zij de kleuterschool willen bezoeken. Deze kinderen hebben ook de meeste behoefte aan kleuterscholen, omdat er weinig kinderen in de omgeving zijn, waarmee zij kunnen spelen. Spreker vraagt, of er nog behoefte is aan een mémorandum, zoals de heer Tulner heeft voorgesteld. Dit blijkt niet het geval te zijn. Naar aanleiding van punt 17 van de ingekomen stukken zegt de heer Tolsma er veel voor te voelen om het adres van de V.A.R.A. om ad- vies aan het collège voor de bijstand te zenden. De voorzitter antwoordt, dat het collège van burgemeester en wet- houders met dit voorstel akkoord gaat. De heer Beeksma merkt met betrekking tôt punt 20 op, dat men het plan alszodanig en de besluitvorming binnen het ontwikkelings- schap goed van elkaar dient te onderscheiden. De voorzitter deelt mede, dat de vragen duidelijk gesteld zijn. Spreker wil deze zaak eerst goed uitdiepen alvorens een antwoord te geven. Hij kan dan ook niet garanderen, dat deze zaak in de volgende raad aan de orde zal worden gesteld. De heer Tolsma zegt, dat hij zich enigszins verbaasd heeft over het stellen van deze vragen. Hij is het met de heer Beeksma eens, dat het hier in zekere zin een natuurgebied betreft. Het is dan ook juist, dat er mensen voor op de bres staan. Spreker vindt het onjuist, dat deze vragen vlak voor de raadsver- kiezingen worden gesteld. Men zou het als een verkiezingsstunt kunnen beschouwen. Het is ook niet waar, dat de P.v.d.A sugge- reert om de openbare lagere school te Britsum op te heffen, zo als door de F.H.P. in een verkiezingspamflet wordt gesteld. De voorzitter vindt het ook onjuist, dat deze vragen net voor de verkiezingen worden gesteld en dat de heer Beeksma op deze vragen voor die verkiezingen worden gehouden een antwoord wilde hebben, Het betreft hier namelijk niet een politieke - maar een technische kwestie. Hij is de heer Beeksma er dan ook voor erkentelijk, dat hij er genoegen mee neemt, dat deze vragen later worden beant- woord. Zonder verdere discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt over- eenkomstig het voorstel besloten. 4. Voorstel tôt verlenging van de ontruimingstermijn van onbewoon- baar verklaarde woningen. (voorstel 70/60) De heer Nijdam vraagt, of men bij de aankoop van een pand, waarbij een onbewoonbaar verklaarde woning hoort, ook de consequenties daarvan overneemt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 7