- 17 -
zorging, indien de nalatenschap voor de betaling van die kosten ontoereikend
is.
Te rug vo rde r i ng
Artikel 58
1. Indien meer pensioen is betaald dan overeenstemt met artikel 56, wordt het
te veel betaalde teruggevorderd voor zover verrekening daarvan kan plaatsvin-
den met een uitkering krachtens artikel 57»
2. Indien een vermiste in leven blijkt te zijn, kunnen burgemeester en wethou-
ders het tijdelijk pensioen terugvorderen.
Par. 4» Betaling van de pensioenen
Maandbe tali ng
Artikel 59
1. De betaling van de pensioenen geschiedt in maandelijkse termijnen, tenzij
burgemeester en wethouders anders bepalen.
2» Burgemeester en wethouders kunnen regelen stellen met betrekking tôt de wij-
ze van betaling van pensioenen.
Onderbreking genot pensioen
Artikel 60
Het pensioen van een gewezen wethouder wordt niet genoten, indien en zolang hij
na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening weer als wethouder
in deze gemeente optreedt.
Pensioenbetaling ten behoeve van gepensioneerde in inrichting
Artikel 61
1. Indien een gepensioneerde in een daartoe bestemde inrichting, uitgaande van
een publiekrechtelijk lichaam, of door of vanwege een daartoe bestemde kerke-
lijke of particulière instelling, door het openbaar gezag erkend, wordt ver-
zorgd of verpleegd, kan op verzoek van dat lichaam of die instelling het nog
niet betaalde pensioen over voile kalendermaanden aan het desbetreffende lichaan
of de betrokken instelling worden betaald. Evenbedoelde voile kalendermaanden
dienen te zijn gelegen binnen de duur van de verzorging of verpleging.
2. Het vorige lid geldt slechts ingeval de kosten van verzorging of verpleging
geheel of gedeeltelijk ten laste komen van het publiekrechtelijk lichaam of de
daarbedoelde instelling en voorts met dien verstande dat
a. aan dat lichaam of die instelling niet meer wordt betaald dan de te zijnen
onderscheidenlijk to haren laste komende kosten van verzorging of verple
ging bedragen;
b. bedoelde betaling niet overschrijdt 90 percent van het betaalbaar gestelde
pensioenbedrag.
3» In afwijking van het vorige lid wordt aan het lichaam of de instelling, be-
doeld in het eerste lid, niet meer dan een derde gedeelte van het betaalbaar
gestelde pensioenbedrag betaald indien
a. de gepensioneerde gehuwd is, tenzij beide echtgenoten een verzorging of ver
pleging genieten als bedoeld in het eerste lid;
b. ten laste Tan de gepensioneerde het onderhoud van één of meer minderjarige
kinderen komt.