-10-
3. Een wijziging is tôt stand gekomen, wanneer het algemeen bestuur
daartoe besluit met een meerderheid van tenminste 2/3 van het
aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin tenminste
2/3 van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 37.
1. De regeling wordt opgeheven, wanneer de raden van tenminste twee-
derde deel van het aantal deelnemers daartoe besluiten.
2. De opheffing gaat niet eerder in dan op de dag, volgende op die,
waarop de goedgekeurde besluiten in de Nederlandse Staatscourant zijn
gepubliceerd.
3. In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur
tôt liquidatie en stelt het daarvoor de nodige regelen. Hierbij kan
van de bepalingen van de regeling worden afgeweken.
4. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de deelnemers
gehoord, vastgesteld. Het behoeft de goedkeuring van gedeputeerde
staten.
5. Het liquidatieplan voorziet ook in de financiële gevolgen, welke de
opheffing voor het personeel heeft.
6. Zo nodig blijven de organen van het automatiseringscentrum ook na
het tijdstip van de opheffing in functie, totdat de liquidatie is
beëindigd.
Hoofdstuk 15.
Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 38.
1. De eerste vergadering van het algemeen bestuur dient binnen twee
maanden na het in werking treden van de regeling plaats te vinden.
Het algemeen bestuur kiest ten spoedigste een dagelijks bestuur.
2. De begroting wordt voor de eerste maal vastgesteld voor de période,
aanvangende op de dag, waarop de regeling in werking treedt, tôt het
einde van het kalenderjaar dan wel, wanneer de algemene vergadering
dit bepaalt, tôt het einde van het volgende kalenderjaar.
3. De eerste rekening heeft betrekking op de période, waarvoor de
eerste begroting geldt.
Artikel 39.
1. De regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de
maand, volgende op die, waarin de in artikel 8 van de Wet gemeen-
schappelijke regelingen bedoelde bekendmaking in de Nederlandse
Staatscourant heeft plaats gevonden.
2. Zij wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
3. Burgemeester en wethouders van Groningen dragen zorg voor de in
artikel 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde bekend-
makingen. De daaraan verbonden kosten komen ten laste van het auto
matiser ir.gscentrum.
Artikel 40.
De regeling kan worden aangehaald als: Regeling automatiserings
centrum "Noord-Nederland".
Vastgesteld' in de oplanbare vergadering
van de raad van 24 september 1970.
voorzitter.
Op in tweevoud gezonden aan gedeputeerde staten ter goedkeuring.