Agendapunt9
Voorstel 10/\ g S t i e n s, 14 september 1970.
Onderwerps
wijziging reehtspositie-
regelingen.
Aan
de gemeenteraad
Bij circulaire van 26 augustus j.l. no. 5402 van het Centraal Bureau in-
zake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangele-
genheden, werden wij in kennis gesteld met de wijzigingen in de rechts—
positieregelingen, waaromtrent in het centraal overleg overeenstemming
is bereikt met de centrales van overheidspersoneelzodat plaatselijk
overleg achterwege kan blijven.
De veranderingen zijn merendeels van formele aard en in de praktijk soms
noodzakelijk gebleken om elk misverstand uit te sluiten.
Nieuw is de bepaling in de Verplaatsingskostenverordening, dat aan een
ongehuwde belanghebbendedie nog geen 24 jaar is en die woont bij het
gezin, waartoe hij behoort, of die een eigen huishouding voert, door bur
gemeenter en wethouders een tegemoetkoming kan worden verleend in de kos
ten van het dagelijks reizen van en naar zijn woonplaats, indien de reis
kosten hoger zijn dan een door burgemeester en wethouders te bepalen be—
drag per maand.
Ter bepaling van dit bedrag wordt de rijksregeling terzake als richtlijn
aanbevolen.
Volgens deze rijksregeling wordt hetgeen de reiskosten méër dan f 20,
per maand bedraagt vergoed, mat dien verstande, dat indien de tota'a
reiskosten niet mêér dan f 25,per maand bedragen, geen bijdrage uit
de gemeentekas wordt verleend.
Hieronder volgt een overzicht van de verschillende wijzigingen in de
rechtsposxtieregeiingen, met voorzoveel nodig een belcnopte toelichting
er bij
1. Artikel A 5. lid 2, A.A.R.
Het overleg aangaande aangelegenheden van algemeen belang voor de rechts
toestand van de arnbtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens
welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, vindt plaats, voorzover
daarin niet wordx voorzien door het centraal overleg ingevolge de gemeen
schappelijke regeling betreffende de behandeling van gemeentelijke perso
neelsaangelegenheden, in de commissie voor georganiseerd overleg.
Toelichting; Deze wijziging betreft een aanpassing aan de nieuwe tekst
van artikel 105, lid 1, A.A.R.
2" Artikel 0 4. lid 2, A.A.R.
De vakantietoelage bedraagt voor elke maand, bedoeld in lid 1, 6van de
op 1 mei van het jaar van uitbetaling of op de datum in de loop van die
maand waarop hij is begonnen met de vervulling van zijn betrekking voor
de ambtenaar geldende bezoldiging per maand, met dien verstande, dat aan
de ambtenaar die op een van de in dit lid genoemde datas
a. 23 jaar of ouder is, of
D° jongej is dan 23 jaar, doch voor de heffing van de loonbelasting is
ingedeeld in een der tariefgroepen II of III of op wie het bijzondere
tarief voor de werkende gehuwde vrouw van toepassing is,