- 5 -
Hoofdstuk III Het Nabestaandenpensioen
Par. 1. Het recht op pensioen
We duwenpehsioen
Artikel 16
1. De weduwe van een wethouder of van een gewezen dan wel van een gepensi-
oneerde wethouder heeft recht op weduwenpensioen.
2. Geen recht op weduwenpensioen bestaat indien het huwelijk was gesloten
na het aftreden van de echtgenoot, tenzij de echtgenoten reeds voor het af-
treden met elkaa,r gehuwd waren geweest en hun tweede huwelijk was gesloten
voordat de echtgenoot de 65~jarige leeftijd had bereikt,
3. Voor de toepassing van het vorige lid wordt het aftreden geacht niet te
hebben plaatsgevonden, indien zonder wezenlijke onderbreking een politiek
ambt als bedoeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers is aan-
vaard. Een onderbreking van ten hoogste twee maanden wordt als niet—wezen-
lijk aangemerkt.
4» De raad kan beslissen dat een onderbreking van meer dan twee maanden als
niet-wezenlijk wordt aangemerkt,
Weduwnaarspensioen
Artikel 17
1. De invalide weduwnaar van een wethouder of van een gewezen dan wel van
een gepensioneerde wethouder heeft recht op weduwnaarspensioen, indien zijn
echtgenote ten tijde van haar overlijden kostwinster voor hem was.
2. Invalide in de zin van het vorige lid is hij die voor 50 percent of meer
algemeen invalide is. Algemeen invalide is hij die ten gevolge van ziekten
of gebreken geheel of gedeeltelijk buiten staat is om met arbeid, die voor
zijn kiachten en bekwaamheid is berekend en die met het 00g op zijn tplei-
ding en vroeger beroep hem in billijkheid kan worden opgedragen, ter plaatse
waar hij arbeid verricht of het laatst verricht heeft of op een naburige
soortgelijke plaats te verdienen, hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde
personen van dezelfde soort en van soortgelijke opleiding, op zodanige
plaats met arbeid gewoonlijk verdienen.
3« De echtgenote wordt geacht kostwinster te zijn geweest indien de midde—
len om in de noodzakelijke kosten van het bestaan van haar echtgenoot te
voorzien grotendeeis te haren las te kwamen.
Bijzonder weduwenpensioen
Artikel 18
De vrouw met wie een overleden wethouder of een gewezen dan wel een gepen
sioneerde wethouder gehuwd is geweest, heeft recht op bijzonder weduwenpen
sioen indien het huwelijk op haar vordering is ontbonden, mits
a. de vrouw recht op weduwenpœsloen zou hebben gehad, indien de man op de
dag van het vonnis, waarbij de echtscheiding is uitgesproken, zou zijn
overleden,
b. de onder a bedoelde dag ligt op of na het tijdstip van inwerkingtreding
van deze verordening en
c. de vrouw niet als gevolg van hertrouwen met haar vroegere echtgenoot
terzake van dat overlijden recht op weduwenpensioen verkrijgt.