- 9 -
Grensbedrag weduwen- en wezenpensioenen
Artikel 31
1. Artikel 30 is van overeenkorastige toepassing op een weduwenpensioen of
een wezenpensioen met dien vers+ande, dat voor het daarbedoelde grensbedrag
in de plaats treedt het pensioen, dat aan de weduwe onderscheidenlijk de
wees bij een diensttijd van de overledene van 20 jaren zou zijn toegekend
naar de hoogste wedde, waarnaar de pensioenen zijn berekend, aangepast over-
eenkomstig het bepaalde in artikel 46 van deze verordening.
2. Artikel 26 vindt overeenkomstige toepassing»
Par.-, 2» Samenloop pensioenen krachtens deze verordening met andere pensi
oenen.
Grensbedrag eigen pensioenen
Artikel 32
1. Indien recht bestaat op meer eigen pensioenen krachtens of op de voet van
de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en het totaal van die pensi
oenen meer zou bedragen dan f 49«.631»wordt het pensioen krachtens deze
verordening evenredig aan zijn verhouding tôt het totale bedrag van die
pensioenen zoveel beperkt als nodig is om overschrijding van vorengenoemd
bedrag te voorkomen.
2. Indien naast recht op een of meer eigen pensioenen als bedoeld in het
vorige lid tevens recht bestaat op een of meer andere eigen pensioenen, en
het totaal van die pensioenen meer zou bedragen dan f 49<>631»wordt het
pensioen krachtens deze verordening, evenredig aan zijn verhouding tôt het
totaalbedrag der in het eerste lid bedoelde pensioenen, zoveel beperkt als
nodig is om overschrijding van vorengenoemd bedrag te voorkomen.
3. Indien het bedrag van een ander eigen pensioen, berekend naar de maximaal
in aanmerking komende diensttijd, meer bedraagt dan het in het vorige lid
genoemde grensbedrag, treedt voor de toepassing van dat lid dit hogere be
drag in de plaats van meerbedoeld grensbedrag.
4. Onder een ander eigen pensioen wordt in dit artikel verstaan een eigen
pensioen ten laste van de Nederlandse schatkist - anders dan ingevolge wet-
telijke garanties of ingevolge overneming van de verplichting tôt betaling -,
ten laste van Suriname, van de Nederlandse Antillen, van een publiekrechte-
lijk lichaam in Nederland of in een der evengenoemde landen, dan wel ten
laste van een door het openbaar gezag in Nederland of in een van die landen
ingesteld fonds, niet zijnde het in artikel 24 van de Algemene Ouderdomswet
bedoelde Ouderdomsfonds.
5. Voor de berekening van het totaal der pensioenen, bedoeld in het tweede
lid, blijven buiten beschouwing de invaliditeitspensioenen, toegekend
krachtens de vôôr 1 januari 1966 geldende militaire pensioenwetten, alsmede
het invaliditeitspensioen krachtens de Algemene militaire pensioenwet en de
daarop krachtens de artikelen E7, E8 en E9 van laatstgenoemde wet verleende
verhogingen.
Grensbedrag weduwen- en wezenpensioenen
Artikel 33
Het vorige artikel vindt overeenkomstige toepassing indien wegens een zelfde
sterfgeval voor een weduwe, onderscheidenlijk een wees, naast recht op we
duwenpensioen, onderscheidenlijk wezenpensioen, op grond van deze verordening,
recht bestaat op een of meer andere weduwenpensioenen, onderscheidenlijk
wezenpensioenen, met dien verstande dat