Agendapunt 7
Voorstel 70/128
Onderwerp;
Subsidiëring Frysk Orkest.
S t i e n s, 12 oktober 1970.
Aan
de gemeenteraad.
In 1967 hebben de provincie en de Friese gemeenten een gemeenschappelijke
regeling getroffen inzake de subsidiëring van het Frysk Orkest voor het
tijdvak van 1 januari 1967 tôt en met 31 december 1970. De regeling voor-
zag in een verdeling van de niet door subsidie van het Rijk gedekte vaste
lasten over de deelnemende gemeenten en de provincie.
Aangezien deze regeling binnenkort door het verstrijken van de gestelde
lke wijze de subsidiëring
worden geregeld. Gedepu-
en concreet voorstel aan
dit niet mogelijk geble-
erkgroep, bestaande uit
de Vereniging van Neder-
n onderzoek naar de mo-
sidietaken tussen de ge-
de mogelijkheden, die het
selt de subsidiëring van
pl.
t genoemd Besluit op een
i, heeft de werkgroep nog
ie Staten verwachten ech-
L zijn. In deze oms can-
lat de bestaande gemeen-
jpig met één jaar wordt
1 voorstellen bij de be-
în zij verzoeken ons een
De begroting van het
idragen ligt voor u bij
Staten ontvingen, hebben
f van de verdeelsleutel
it tekort). Indien de ge-
bestaat tegen een wij-
raar. Zij hebben echter
rereniging van Nederland-
an Gedeputeerde Staten
litiatief voor de totstand-
t ons het meest wenselijk
uë'ren.
van Leeuwarderadeel
de burgemeester,
H. BOSCHMA.
2 Woningen mogen vanuit een bedrijfsruimte slechts toegankelijk zijn door een
toegangsportaal of -gang.
3 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor dienstwoningen.
Artikel 88 wordt vervangen door:
Inrichting van galerijen en gemeenschappelijke gangen van tôt bewoning
bestemde gebouwen
1 Galerijen en gemeenschappelijke gangen van tôt bewoning bestemde ge
bouwen moeten aan beide einden kunnen worden verlaten door middel van
vaste trappen.
Niet van toepassing is het bepaalde in het voorgaande van dit lid op een deel
van een galerij of gemeenschappelijke gang waaraan de toegang tôt slechts
één woning is gelegen.
2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor galerijen en
voor gemeenschappelijke gangen waarvan de lengte niet groter is dan 25 m,
mits de daaraan gelegen woningen een tweede ontvluchtingsmogelijkheid bij
brand hebben.
Artikel 89 wordt vervangen door:
Inrichting van vaste trappen en afmetingen van trapbordessen en trapportalen
1 Een vaste trap die toegang geeft tôt een gebouw moet overdekt zijn en zijn
voorzien van gesloten zijwanden.
Niet van toepassing is het bepaalde in het voorgaande van dit lid op:
a. trappen aansluitend aan het terrein, die niet meer dan 7 optreden hebben
en waarvan de aantrede gemeten in de klimlijn, ten minste 30 cm bedraagt;
b. tuintrappen met geen grotere stijghoogte dan één bouwlaag.
2 Vaste trappen die meer dan twee bouwlagen van tôt bewoning bestemde ge
bouwen verbinden, moeten ter hoogte van de vloer van iedere bouwlaag waar-
op een toegang tôt de trap aanwezig is, onderbroken zijn door een bordes of
portaal. Vaste trappen en traparmen mogen geen grotere ononderbroken
stijghoogte hebben dan 2,8 m, indien ze toegang geven tôt of gelegen zijn
binnen tôt bewoning bestemde gebouwen.
5