.nestivnav ne^cxo ad* III
3 Het boveneinde van vaste trappen en van traparmen van vaste trappen moet
over zijn voile breedte aansluiten aan een horizontaal vioeroppervlak. Dit
vloeroppervlak moet, horizontaal gemeten in het verlengde van de klimlijn van
de trap of de traparm, een afmeting hebben van:
a. ten minste 1,3 m, indien op het vloeroppervlak een toegang tôt één of
meer woningen voorkomt;
b. ten minste 1,1 m, indien op het vloeroppervlak geen toegang tôt één of
meer woningen voorkomt en de trap of traparm toegang geeft tôt meer dan
één woning;
c. ten minste gelijk aan de breedte van de trap in andere gevallen dan die
bedoeld onder a en b.
4 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in:
a. de eerste alinéa van lid 1, indien de constructie en de afmetingen van de
trap zodanig zijn, dat deze ook bij ongunstige weersomstandigheden vol-
doende veilig begaanbaar blijft en wat tôt bewoning bestemde gebouwen be-
treft, mits zich bovendien binnen een afstand van 80 m van elke woning een
trap bevindt die voldoet aan het bepaalde in de eerste alinéa van lid 1;
b. lid 3, wat betreft de afmeting van het daarin genoemde vloeroppervlak,
indien de trap zodanig van vorm, afmeting en ligging is, dat ook met een
kleinere afmeting van dat oppervlak een veilig en doeltreffend gebruik van de
trap gewaarborgd is.
In artikel 98 wordt in het opschrift ,,afdekking" vervangen door „overdekking";
voorts wordt voor de tekst het cijfer 1 geplaatst; in de tekst worden in de
eerste en tweede regel de woorden „zijn voorzien van een afdekking en" ver
vangen door ,,overdekt zijn en zijn voorzien".
Toegevoegd wordt een tweede lid, luidende:
2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, mits de hellingbaan
ook bij ongunstige weersomstandigheden voldoende veilig begaanbaar blijft.
In artikel 101 wordt in de leden 1 en 2 ,,11,2 m" gewijzigd in ,,10 m".
In artikel 105 worden in het opschrift de woorden ,,kamers, keukens en bij-
keukens" vervangen door „kamers en keukens".
6