Nr. 70/98
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel 5
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 oktober 1970f
gelet op artikel 49 van de l'et op de Ruimtelijke Ordening
b e s 1 u i t;
vast te s tellen de volgende:
Verordening tôt regeling van de procédure bi.j toenassing van
artikel 49 van de Het op de Ruimteli.jke Ordening.
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onders
artikel 49? artikel 49 van de Wèt op de Ruimtelijke Ordening?
de commissiez de schadebeoordelingscommissie bedoeld in artikel 5 van deze ver
ordening?
verzoeker; de belanghebbende in de zin van artikel 49» die een verzoekschrift
heeft ingediend.
Artikel 2.
Degene die meent dat het gestelde in artikel 49» eerste lid, op hem van toepassing
is, kan zich voor het bepalen van de in dat artikel bedoelde schade en de wijze
van vergoeding daarvan tôt de gemeenteraad richten met een gemotiveerd ver
zoekschrift.
Artikel 3.
1. De gemeenteraad kan het verzoekschrift bij een met redenen omkleed besluit afwij—
zen zonder toepassing te geven aan artikel 4 en volgende van deze verordening.
2. De beslissing in het vorige lid bedoeld moet binnen twee maanden na de dag van ont—
vangst van 1 et verzoekschrift zijn genomen. De gemeenteraad kan deze terir jn êén-
maal met ten hoogste twee maanden verlengen. De verzoeker wordt met deze verdaging
op de hoogte gesteld.
3. Afschrift van het besluit als bedoeld in het eerste lid wordt zo spoedig mogelijk
bij aangetekende brief aan de verzoeker toegezonden, waarbij zijn aandacht geves-
tigd wordt op de inhoud van artikel 49» tweede en derde lid.
Artikel 4-
1. Indien het eerste lid van artikel 3 niet is toegepast of een ingesteld beroep tegen
een beslissing op grond van dat artikel door de Kroon gegrond is bevonden, geeft
de gemeenteraad opdracht aan de commissie terzake advies uit te brengen.
2. De in het vorige lid bedoelde opdracht wordt gegeven binnen éên maand na afloop
van de -eventueel verlengde- termijn bedoeld in artikel 3» tweede lid.
Artikel 5*
1. De schadebeoordelingscommissie bestaat uit drie leden, die voor ieder geval af-
zonderlijk benoemd worden als volgt: êén lid door burgemeester en wethoudersf
êên lid door de verzoeker?
terwijl deze twee leden gezamenlijk een derde lid aanwijzen.
2. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over de benoeming van het derde lid
wordt de beslissing van gedeputeerde staten ingeroepen.
3. De commissieleden zijn tôt geheimhouding verplicht.