- 4 - niet, dat het collège en de gemeentelijke sociale dienst een maand de verdere voorbereiding moeten opschorten. De voorzitter zegt verheugd te zijn, dat deze mededeling door de sprekers gun- stig is ontvangen. Hij is het met de heer Beeksma eens, dat een termijn van vijftien jaar inder— daad wel gauw is. Het is hem echter bekend, dat een rusthuis, dat steeds als voorbeeld voor de gehele provincie heeft gediend, nu voor drie vierde gedeelte moet worden afgebroken. Dit is enerzijds een gevolg van de steeds zwaardere eisen, die de laatste jaren aan rusthuizen worden gesteld, anderzijds een ge volg van de verandering van het karakter van de rusthuizen. In feite worden tegenwoordig vrijwel geen bejaardentehuizen meer gebouwd, maar alleen nog verzorgingstehuizen. Ook het karakter van het rusthuis in Stiens is drastisch veranderd. Toen het rusthuis werd geopend was het moeilijk het tehuis vol te krijgen. Toen werden dan ook bejaarden opgenomen, die zowel lichamelijk als geestelijk nog zeer vi- taal waren. De gemiddelde leeftijd ligt thans echter op ongeveer 81 jaar, ter— wijl alleen nog bejaarden worden opgenomen, die zich onmogelijk zelf kunnen redden en al zwaar aan verzorging toe zijn. Voor deze verzorging is meer ruim— te nodig. De vroegere rusthuizen zijn daarop niet ingesteld, omdat deze meer als woonverblijf zijn ingericht. Voor verzorging zijn de woonkamers in de regel te klein. IJanneer de toewijzing van bedden voldoende zou zijn, dan zou het rusthuis in Stiens nu al aan de beurt zijn om afgekeurd te worden. Omdat er nog vele tehuizen zijn, waar de toestand slechter is dan in Stiens, krijgt men hier nog uitstel. VJanneer de achterstand is ingehaald komt echter ook het tehuis in Stiens aan de beurt. Dit is de reden geweest voor een nadere bezinning omtrent de problematiek ten aanzien van het rusthuis. Uiteraard zal voordat met de bouw wordt begonnen, de zaak goed worden voorbe— reid. Er zal worden gebouwd volgens de eisen, die vandaag de dag gesteld wor den, Hoe lang die eisen zullen blijven gelden is nu onmogelijk te zeggen, omdat deze eisen nu eenmaal aan verandering onderhevig zijn. lfet de vraag van de heer Tulner betreft, zegt spreker, dat het onderhavig stuk nu in de raad is gebracht met het doel de raadsleden vroegtijdig te informeren omtrent de activiteiten van bupgemeester en wethouders en het rusthuisbestuur. Het stuk is min of meer ter kennisgeving in de raad gebracht. Overigens heeft hij er geen bezwaar tegen, dat deze aangelegenheid nog eens weer wordt aange— sneden bij de begrotingsbehandeling, Hij is verder van oordeel, dat nu nog geen besluit valt, wat bij interruptie door de heer Tulner wordt bestreden. Deze zegt, dat in het stuk woordelijk is gesteld: "bij goedkeuring uwerzijds van de plannen". De voorzitter zegt, dat dit zo moet worden geïnterpreteerd, dat goedkeuring van de principe-gedachte tôt de bouw van een nieuw verzorgingstehuis wordt gevraagd en tôt verbouw van het bestaande gebouw tôt medisch centrum. Het gaat hier in zekere zin om toestemming om met de plannen verder te gaan. De heer Tulner zegt, dat het gaat om een stuk bejaardenzorg, waaromtrent de raad naar zijn mening zeker inspraak en medezeggenschap moet hebben. Hij is van oordeel, dat het niet juist is, dat het bestuur van de gemeentelijke sociale dienst met uitgewerkte en afgeronde plannen bij de raad komt en dat de raad dan alleen maar meer ja of nee behoeft te zeggen. Deze zaak gaat iedereen aan. Hij zou bijvoorbeeld graag eens een hearing willen houden bij de bejaarden, die in een verzorgingstehuis zijn opgenomen, waarbij gevraagd zou kunnen worden, welke wensen er zijn. Verder zou hij de mening willen horen van de mensen, die de zestigjarige leeftijd hebben bereikt, hoe die tegenover opname in een rust— of verzorgingstehuis staan. Verder wordt gesproken over een drietal artsen, die ieder een spreekkamer in het medisch centrum zullen krijgen. Hij vraagt zich af, of deze artsen daaraan behoefte hebben. Zo zijn er meer punten opgenomen, die bij hem vragen hebben op- geroepen, maar de tijd van drie dagen is tekort geweest om er diep op in te gaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 7