2 w
Per 1 januari 1970
Aanvang
f
1.269,—
1.377,
na 1 dienstjaar
1.303,—
1.414,
na 2 dienstjaren
1.338,—
1.450,
na 3 dienstjaren
1.372,—
1.487,—
na 4 dienstjaren
1.406,—
1.523,—
na 5 dienstjaren
1.440,—
1.559,
na 6 dienstjaren
1.475,—
1.595,
per maand
Deze schaal is samengesteld op "basis van de in 1966 geldende normen van de Neder-
landse Pederatie voor Be jaardenzorg.
Deze richtlijnen werden m.i.v. 1968 opnieuw door de N.F.B. uitgegeven, echter onder
medeverantwoordelijkheid van de Contactcommissie Landelijke Organisaties van Be jaar-
tentehuizen, het in 19^7 tot stand gekomen samenwerkingsorgaan van dcvier landeli jke
tehuizen-organisaties, en in overleg met de Samenwerkende Bonden van Overheidsperso-
neel. Dit overleg dat plaats vindt in de Commissie van Overleg Salarissen en Ar
tie idsvoorwaarden in Bejaardentehuizen (C.O.S.A.B.leidde tot een nieuwe salaris-
regeling voor personeel in bejaardentehuizen. Hoewel de vroegere richtlijnen zonder
enige twijfel in de behoefte hebben voorzien en zowel regulerend als co*6rdinerend
hebben gewerktis zowel aan werkgevers- als aan werknemerszi jde de overtuiging ge-
groeid, dat de bedoelde richtlijnen een structurele herziening moesten ondergaan, zo
wel ter aanpassing aan allerlei ontwikkelingen ii de sector van de bejaardenzorg,
als om te voorzien in de gebreken, die bij de toepassing van de vroegere richtlijnen
aan de dag zijn getreden.
In gezamenlijk overleg kwam een ontwerp tot stand dat tevens met vertegenwoordigers
van diverse bejaardentehuizen besproken werd. De nieuwe salarisregeling, als vrucht
van dit uitvoerig overleg, zal in nog sterkere mate dan de vroegere regelingen, bij-
dragen tot een goed personeelsbeleid in de bejaardentehuizen.
Het bestuur van de gemeentelijke sociale dienst heeft in zijn vergadering van 18
januari j.l. zich uitgesproken over de aanpassing van de salarissen van het personeel
(met uitzondering van de directrice) aan deze nieuwe salarisregeling van de Stichting
Landelijke Samenwerking Bejaardentehuizen organisaties. Volgens deze regeling be-
draagt het salaris van een directrice van tehuizen met een aantal bedden van kleiner
dan 126:
schaal 10
schaal
11
per 1 januari 1970
1 januari 1971
1 januari 1970
1 januari 19
aanvang
1.202,—
f
1.306,—
f 1.372,—
f 1.487,—
na 1 dienstjaar
- 1.235,—
-
1.341,—
- 1.440,—
- 1.559,—
na 2 dienstjaren
- 1.269,—
-
1.377,
- 1.509,—
- 1.631,—
na 3
- 1.303,—
1.414,
- 1.577,—
- 1.704,—
na 4
- 1.338,—
-
1.450,
- 1.645,—
- 1.776,
na 5
- 1.372,—
-
1.487,—
- 1.721,—
1.856,—
ma 6
- 1.406,—
-
1.523,—
- 1.797,
- 1.936,—
na 7
- 1.440,—
-
1.559,
1
.872,—
- 2.016,—
na 8
- 1.475,—
1.595,
na 9
- 1.509,—
1.631
na 10
- 1.543,—
-
1 668,——
Gelet op een normale bezetting van 57 bedden in het bejaardentehuis "Pyter Jurjens-
h$f" stellen wij u voor de jaarwedde van de directrice in bijlage A van de bezol-
digingsverordening aan te passen aan schaal 10, zulks gelijk met de algemene salaris-
maatregelen per 1 januari 1971*
De inpassing van de bezoldiging van de directrice in de nieuwe salarisschaal ge-
schiedt door ons, het bestuur van de gemeentelijke sociale dienst gehoord.
tf
?r
ft
71
ft
ft
ft
ft
ft
ft
?r
H
«f
?f
ft
ft