Mevrouw Nioolaij is voorstandster van open be jaardenwerk opgezet via de bezoeken- dienst. Zi j informeert of de gemeente van de bezoekendienst ook verslagen ont- vangtij hetgeen de voorzitter ontkenthoewel hij een soort jaarverslag wel op prijs zou stellen, Mevrouw Hioolaij brengt naar voren dat de werving van tijde- lijke bejaardenhelpsters moeilijkheden oplevert, Graag zou zi j ge'informeerd worden over het stadium waarin de plannen met hef'Pyter Jurjenshof" verkeren. Ook de heer Dam dringt aan op de bouw van bejaardenwoningen in alle dorpen. De nood onder de bejaarden op velerlei gebied is groot. Het regeringsbeleid daarentegen is, aldus spreker, niet op de toekomst en op het welzijn van alle bejaarden gericht, hetgeen ook blijkt uit de Hota bejaardenbeleid die zich beperkt tot het wegnemen van enkele knelpunten. Een nieuw verzorgingstehuis-waarvan de regering de bouw af- remt in plaats van te stimuleren - ligt dan ook niet in het verschiet. Een gevolg van dit alles is dat een adequaat gemeentelijk beleid niet mogelijk is, waardoor hulpmiddelen - maaltijdverstrekking, hulpverlening bij baden - gehanteerd moeten worden. De voorzitter antwoordt de versohillende sprekers dat de maaltijdenvoorziening misschien "(tijdelijk) te realiseren is via de overoapaciteit van Menaldum. Deze hele problematiek moest eigenlijk besproken worden in een uit de versohillende organi- saties te vormen bejaardenraad. De bow van be jaardenwoningen in kleine dorpen, is, volgens spreker, alleen via een groter kwantum verspreid over meer dorpen of in kombinatie met meer woningen. Dat de behoefte groot is staat wel vast, ook samen met een verzorgingstehuis als tussenschakel tussen geheel zelfstandig en komplete verzorging. Omdat, volgens spreker, de bouw van zuivere verzorgingstehuizen min of meer bevroren is moet getraoht worden een vorm te vinden samen met bijv. een ge- woon bejaardentehuis, De voorzitter bevestigt dat personeel voor de bejaardenhulp moeilijk te vinden is. Mevrouw Stolte vraagt of wel voldoende aandacht wordt besteed aan de vrijetijdsbe— stedingj het inschakelen van een beroepskracht zou hier een grote vooruitgang be te kenen. Mevrouw Hicolaij wijst op de grote behoefte aan bejaardenwoningen in Hijum. Zij wijst er op dat de verzorging van de bejaarden via het Groene Kruis goed werkt. De heer Dam haakt hier op in door te stellen dat, mede door terughoudendheid van de bejaarden, veel nood niet aan de oppervlakte kcmt. De voorzitter zegt dat iets meestal wel voor verbetering vatbaar blijft? een eerste noodzaak is opvulling van de leemten. Op het gebied van de vrijetijdsbesteding zijn hier o.m. in het clubhuis 8—88 en ook vrijwilligers werkzaam. Omdat een zelfstandi— ge kracht beslist te duur is, moet een opiossing eventueel gezooht worden via de aan- wezige mensen van 8—885 een bezwaar vormt nog wel het nijpend ruimtegebrek in het tehuis. De behoefte aan bejaardenwoningen in Hijum is spreker bekend. Wethouder Tolsma brengt naar voren dat door de bezoekendienst destijds zelf ge- klaagd is over het geringe kontakt met de gemeente, maar de toen ingestelde con- taotcommissie - waarvan spreker ook lid was - h^gft maar vergadering beleefd. Als <5£n van de onderwerpen is in die vergadering maaltijdenverstrekking behandeld, waaraan toen geen behoefte bleek. In het bestuur van het tehuis is onlangs gesug— gereerd de Vrouwelijke Hulpverlening dit te laten bestuderen. Spreker bevestigt dat een commissie terzake zeer nuttig werk kan verrichten. Spreker wijst er voorts op dat in het tehuis aan bejaardengymnastiek gedaan wordt, dat Roode Kruismede- werkers welfarewerk verrichten en dat onlangs een zangkoortje is opgerioht, ter-^ wijl de knutselkamer- voor die een andere bestemming kreeg- bijna altijd ongebruikt bleef. Tot slot wijst wethouder Tolsma er op dat de wijkverpleegsteis van het Groene Kruis periodiek een bezoek brengen aan alle bejaarden, zowel op provinciaal als plaateelijk niveau. De heer Tulner heeft van sommige sprekers enigszins de indruk gekregen dat de be jaarden min of meer verkommeren, hetgeen tooh blijkens al het aangevoerde niet het geval is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1971 | | pagina 3