- 2 -
Volgen wij in grove trekken het rapport op de voet, dan stelt de coramissie dat de
toeneming van de overheidstaak hogere eisen stelt aan het hestuursapparaat en aan de
outillage.
Toegegeven moet worden, dat de vraagstukken
complioeerder worden0
Hiertegenover mag worden gesteld det steeds
het Rijk worden overgenomen.
en de oplossing daarvan steeds ge-
meer "zware" taken door de Provincie of
Mochten in de naaste toekomst Gewesten ontstaan, wat als bijna vaststaand kan worden
aangenomen, dan zullen ongetwijfeld meerdere taken aan het gewest worden opgedragen,
waardoor de halans o.i.wel in evenwioht blijft.
Uiteraard moeten de gemeenten ook behoorlijk tegenspel kunnen bieden in het verkeer
met "Leeuwarden" en"Den Haag". Men kan ook stellen; veel zal afhangen van het feit of
"Leeuwarden" of "Den Haag" bereid zijn in de toekomst de kleinere gemeenten als ge-
lijkwaardige partners in het "tegenspel" (wij zouden liever het woord samenspel ge-
bruiken!) te erkennen.
Dienstverlening.
Wanneer het rapport stelt dat er duidelijke kwalitatieve verschillen in dienstver
lening zijn, waarvan een aantal wordt opgesomd, dan moet dit inderdaad worden toege
geven. De samenstellers gaan echter voorbij aan het feit, dat in een kleine gemeen-
schap nog veel door vrijwillige krachten met veel liefde en toewijding wordt gedaan.
Ook, dat door de betere overzichte1ijkheider sneller conolusies getrokken kunnen
worden wat de bestuurskracht versterkt.
Dat er in grotere gemeenten meer plaatselijke voorzieningen als zwembaden en sport—
velden zijn, valt niet te ontkennen.
Wij vragen ons echter wel af of deze voorzieningen, omgerekend over het aantal in-
woners, wel zo sterk uiteenlopen.
A1 zou echter blijken dat de grotere gemeenten meer van dergelijke voorzieningen
hebben, dat nog rest de vraag waaraan men dit heeft te danken. Of aan het betere
apparaat of aan de veel hogere uitkeringen uit het gemeentefonds.
Het is o«i» beslist niet te wijten aan de kleinere gemeenten dat verschillende rlfe.-
diensten niet van de grond komen, maar aan de onbillijke verdeling van de Rijks-
gelden, waarbij wij alleen maar willen noemen de vergoedingen voor het onderwijs.
Tenslotte wagen wij het te betwijfelen of door vergroten van tot dusver normale ge
meenten, dergelijke voorzieningen, gerekend per inwoner-equivalentop het platte-
land eerder tot stand sullen komen, De ervaringen uit het verleden wijzen eerder in
tegenovergestelde richting. Dat door verandering in het communicatie-patroon de af-
standen kleiner zijn geworden naar het bestuurscentrum valt voor het gezonde deel van
de bevolking niet te ontkennen. De in het rapport genoemde groepen kinderen, be-
jaarden en jonge gezinnen blijven echter met veel moeilijkheden zitten.
Verhouding Burger - Overheid.
Uaast de afstand tot het bestuurscentrum, speelt echter ook de afstand tussen be-
stuurden en bestuurders een grote rol. Het is u bekend, dat de belangstelling voor
gemeentezaken in onze gemeente verheugend groot is te noemen, niet in de laatste
plaats bij de raadsvergaderingen. Wij betwijfelen sterk of deze belangstelling zal
blijven bestaan bij het formeren van een grotere gemeente. Het zou zeker interessant
zijn te weten hoe hier de verhoudingscijfers liggen tussen de verschillende gemeen-
tegroepen.
Ontiirikkeling op Qultureel terrein.