Wil men wegens de geografische situatie niet tot vorming van mammoet-gemeenten over- gaan, dan zal men kleinere gemeenten moeten handhaven, waarbij de wethouders him werk ale nevenwerkzaamheden kunnen verrichten om dat de gemeente nog te overzien is en de situaties meestal wel belcend. Wanneer de commissie o.m. stelts "aan hat huidige voordeel van een nauwe relatie tus- sen bestuurders en bestuurden in de kleine gemeenten zit onherroepeli jk het nadeel vast, dat de plattelandsbewoner nu veelal geen enkele politieke invloed heeft op het voorzieningscentrum dat voor hem van belang is", dan is dat ongetwijfeld waar. Als men echter stelt dat hij dit bij een eventuele herstructurering van de gemeenten wei krijgb, dan plaatsen wij een groot vraagteken bij deze "bet-rering, Immers, het inwonertal van de kernplaats zal in meerdere gevallen groter zijn dan het omringende plattelan h, In Leeuwarden hehben bcv„ sleohts 3 raadsleden zitting in de gemeenteraad welke ax'komstig zijn tiit de tot deze gemeente behorende dorpen. Men kan zeker niet stellen dat de invloed van dit aantal bijzonder groot is. Uit het boronstaande zou v. tot de conclusie kunnen komen dat wij de situatie onver- anderd zouden willen laten. Niets is echter minder waar, Wij zijn ons er terdege van bewust, dat met. open moet staan voor veranderingen die onze maatschappij vraagt, Onze keuze is dan ook gevallen op de onder sub B genoemde keuze, n.l» behoud van Idei nere gemeenten, met introductie van stads- en streekgewesten. Juist bij deze opbouw kmnen, zoals de commissie ook aangeeft, alle taken bij de gemeenten gelaten worden die ze nog geheel zelfstandig kunnen verrichten, of die zo dicht mogelijk bij de bur ger verricht moeten worden. In deze te vormen gewesten zullen de "zwaardere" taken ingebracht moeten worden, welk thans d.m.v. gemeenschappelijke regelingen worden uitgevoerd- Cok zou gezamenlijk de planologie moeten worden aangepakt, evenals intergemeentelijke stru.ctuurplannen, wegenplan, etc. Dit zou de thans soms haze situatie kunnen voorkomen, dat de ene gemeente een stads- uitbreiding pleegt te plannen om een plaats., waar de nabuurgemeente juist heJ: land- schappelijke wil handhaven of een recreatieplan tot stand wil brengen. Wanneer de com missie ze'lf de vrae,g stelt of Friesland in zijn gegeven constellatie wel ge'digend is voor de toepassing op ruimere schaal van dit instituut (Gewest) en of hier aan de daarbij nagestreefde ordening wel de meeste behoefte bestaat, dan menen wij deze vraag bevestigend te moeten beantwoorden, Aan de conclusie van de commissie dat dit nog nader dient te worden onderzocht wordt helaas in de "Wadere uitwerkiug" geen aandaoht besteed. Wij betreuren dit ten zeersteterneer omdat de groep gemeenten met Leeuwarden als centrum een verzoek aan de Provinciale oornmissie heeft gericht deze vorm van bestuur nader te willen betrelcken in haar studie. Er wordt wel eens gezegd dat kleine gemeenten vechten voor hun eigen bestaan. Dit is ongotwijfeld waar. Maar men zou ook haast tot de stoutmoedige conclusie kunnen komen dat hier de Provincie vecht voor haar eigen bestaan door de nieuwe vorm van bestuur via de Gewesten af te wijzen. Voorstellen van cLo_ commissie betreffende heeuwarderadeel Zoals u uit de bijgevoegde kaarten is gcbieken, stelt de commissie voor: a* de dorpen Jelsum en Gornjum te voegen bij de gemeente Leeuwarden. b» het dorp Oude Leije te voegen bij de gemeente het Bildt. c. het overige gedeelte van de gemeente met het grondgebied van de gemeente Ferwer:"!-"v a.deel inolusief het dorp Holwerd samenvoegen tot een nieuwe gemeente.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1971 | | pagina 27