- 7 - ad c) Aangezien de notulen van de commissie, ook na het verzoek van uw Voorzifcter aan de commissie, niet opehbaar zijn gemaakt, zijn ons de redenen niet bekend waarom of men de rest van het grondgebied heeft gedacht bij dat van de gemeente Ee rwerderadeel. Wanneer men dit zo heeft gedacht omdat een hoofdverkeersweg door beide gemeenten loopt en de Dokkumer Ee eveneens, dan zou men inderdaad enkele argumenten hiervoor kunnen aanbrengen. Wanneer men op bijlage 4 onder 6 van het rapport o.m. leest: "de commissie heeft geen vrijheid kunnen vinden om een combinatie van bij v. de gemeenten het Bildt, Leeuwar- deradeel en Eerwerderadeel voor te stellen, omdat zij bezwaren vreest vanwege de heterogene belangen van de onderscheiden delen van het gebied en de onderlingen ver- schillende geaardheid van de bevolking, dan moet men haast wel tot een slotsom komen dat de geaardheid van de inwoners van Leeuwarderadeel en Eerwerderadeel niet ver nit elkaar liggen (men voegt ze immers op papier grotendeels samen) en dat het niet de onderscheiden delen zijn, maar het deel het Bildt wat niet past bij de geaardheid van de beide andere delen,, Bevreemdend is dan wel dat men bij deze gemeente toch delen van het "oude land" wil voegen, waarvan men dan met evienveel recht dezelfde problemen mag verwachten. A1 met al een vreemde redenering, waaraan wij zonder nadere motivering weinig waarde menen te moeten heohten, Uit de gehouden encjuete is eveneens overduidelijk gebleken dat slechts een zeer gering percentage inwoners iets voelt voor een samenvoeging tot ddn gemeente met het gebied van Ferwerderadeel. Be conclusie van deze enqu§te laten wij gaarne aan u en aan de commissie overs zij is o.i, duidelijk# Slot conclusie. Zoals nit bovenstaande uiteenzetting is gebleken huldigt ons college het standpoint dat onze gemeente gehandhaafd dient te blijven, zij het - zo nodig met enige grens- correcties voor xfat betreft het gebied Oude Leije en het gebied ten zuiden van onze gemeente tot de nieuw aan te leggen Rijksweg E 10. Nadat de annexatie van een deel van het grondbebied had plaats gevonden en het inwonej.— tal het dieptepunt van ca, 5100 inwoners had bereikt i.v.m, afvloeiing van vrerkkrachten uit de landbouw, is een zodanig herstel opgetreden in de bevolkingsaamrasdat wij met enige gepaste trots mogen stellen dat wij in percentages gerekend een van de snelst- groeiende gemeenten in onze provincie zijn (zie ook bijlage). Kan ten tijde van de behandeling van dit stuk in uw raad de 60C0 inwcner bijna worden verwelkomd, de in aanbouw zijnde en reeds geplande woningen geven ons reeds de zeker- heid dat over enkele jaren de 7000 iiwoner begroet kan worden. In de reeds in voorbe- reiding zijnde uitbreidingsplannen, waarvan de aanleg over een paar jaar moet zijn begonnen, is in eerste instantie zeker nog ruimte voor een 3000 inwoners. Wanneer de laatste prognoses werkelijkheid worden (tot nu toe zijn de werkelijke cijfers steeds hoger geweest dan de prognose-cijfers) dan zal het inwonertal omstreeks 1980 de 10.000 hebben bereilcfc en tussen de jaren 1980 en 1990 uitgroeien tot ca. 15,000. Gezien deze ontwikkeling, juist gekomen nadat Leeuwarderadeel door annexatie een kleine gemeente was gewordenbewijst o.i. dat de bestuurskracht zeker voldoende is gewees en getoetst mag worden aan die van de ons omringende - vaalt veel grotere - gemeenten. Vaak wordt gezegd dat wij deze cntwikkeling te danken hebben aan onze buurgemeente Leeuwarden. Wij willen allerminst ontkennen dat dit zo is. Wanneer volgens de Leeuwar- der Courant van 3 december 1970 de woningbouw in de Friese hoofdstad in het slop zit en de komende jaren een dieptepunt in de bouw moet worden verwacht, dan menen wij te mogen stellen dat onze groei niet komt "dankzij" Leeuwarden, maar "ondanks Leeuwarden, Gezien deze te verwachten ontwikkeling en mede tengevolge van de veel lagere g^ond- prijzen in onze mooie bestemmingsplannen, menen wij te mogen veronderstellen dat de groei zich in onverminderd tempo zal voortzetten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1971 | | pagina 29