Agendapunt 4 Voorstel 71/ 92 Stiens, 20 augustus 1971 Onderwerp: bestemmingsplan buitengebied. Aan de gemeenteraad. He voorbereiding rond het bestemmingsplan voor het buitengebied - een bestemmings- plan dat geldt voor het gebied buiten de (toekomstige) bebouwde kommen - is thans zover gevorderd dat wij het u kunnen aanbieden ter vaststelling, Ma het verplichte vooroverleg met de diverse instanties (provincale planologisohe dienstgenie, om- ringende gemeenten, waterschappen, e.d.) waarvan het resultaat in de toelichting is verwerkfc, heeft het ontwerpplan met ingang van 22 april j.l. op de secretarie gedurende ddn maand, derhalve tot en met 21 mei 1971voor een ieder ter inzage gelegen. Van het recht tegen het ontwerp bezwaren in te dienen is in totaal negen maal gebruik gemaakt. Bij de ingediende bezwaarschriften merken wij het volgende op. #De bezwaarsohriften van de heren G.J. Althuizes te Jelsum, K.P, Kalma te Cornjum, J. Woudstra te Britsum en het Dr. Popta-Gasthuis te Leeuwarden (zowel hun bezwaar- sohrift dd. 21 mei 1971als het overigens te laat (1 juni 1971; ingediende ver- volg daarop), riohten zioh alle op hetzelfde namelijk het met ais bestemming weg opgenomen trac£ van de toekomstige vierbaansweg tussen Leeuwarden en Stiens. Door het grote en nog steeds groeiende verkeersaanbod is verbetering van de hui- dige situatie beslist noodzakelijk. Omdat echter de plannen hun eindstadium nog niet bereikfc hebben - hoewel het tracd waarschijnlijk niet veel van het op de kaart aangegeven zal afwijken - hebben wij de bestemming "weg", zoals die op de ter inzage gelegen hebbende plankaart was aangegeven, vervangen door de aanduiding "geprojecteerde weg". Het tracd wordt hierdoor planologisoh nog niet definitief vastgelegd, terwijl realisering naar gangbare opvatting mogelijk blijft. Wanneer de plannen een meer definitieve vorm krijgen zal via hoorzittingen worden getracht een voor iedereen gunstige oplossing te vinden, terwijl degenen die bij de de finitieve aanwijzing van het trac4 schade zullen lijden in enigerlei vorm schade- loos zullen moeten worden gesteld. Wij menen op deze manier voor het ogenblik volr- doende aan de bezwaren van dit viertal appellanten tegemoet te komen. Hoewel het bezwaarschrift van de heer Johs, de Boer te Stiens (evenals overigens At dat van de heren G.J. Althuizes en C. Roorda) aan ons- en dus foutief - is ge- adresseerd zijn wij van mening dat een goed bestuur medebrengt een bezwaarschrift om dergelijke onbelangrijke formaliteiten niet onbntvankelijk.to verklaren. De heer de Boer is in zijn eerste bezwaar - het geven van een agrarische bestem ming aan reeds be'dindigde bedrijven en het ontbreken van een bouwperceel bij be- staande agrarisohe ondernemingen - niet op concrete gevallen toegespitstzodat de juistheid ervan moeilijk te toetsen is. Zoals u nog zal blijken willen wij aan enige op der ontwerpkaart niet als zodanig aangegeven bedrijven alsnog een bouw perceel verlenen. Wij zijn van mening dat voor het overige de woning - en bedrijfs- gebouwenvoorraad voldoende kritisch is bekeken. Het tweede - en kennelijk grootste - naar voren gebracht bezwaar betreft het ont- nemen van de agrarische bestemming aan het bedrijf van appellant. De voortdurende grote vraag naar bouwterreinen voor woningbouw in Stiens maakt het noodzakelijk dat wij hiervoor voldoende mogelijkheden voorhanden houden en nu plan Stiens-zuid- oost natuurlijk omsloten wordt door de Stienservaart en de aansluiting van het toekomstige bestemmingsplan aan het thans bestaande planologisoh en uit een oog- punt van gemeenschappelijke voorzieningen de enig juiste oplossing betekent zal een expanderend Stiens in de toekomst beslag moeten leggen op de gronden over de spoorlijn en daarmee op het bedrijf van de heer de Boer, Deze geschetste ontwikke- ling is neergelegd in de struotuurschets voor Stiens, t

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1971 | | pagina 9