- 3 -
Artikel 12.
1= De Kulturele Raa'd kan zich bij. de vervulling van, de hem opgedragen taken doen hijstaan
door secties voor deelgebieden, kommissies ad hoc voor bepaalde opdrachten en andere
vormen van overleg.
2. De Kulturele Raad vraagt, alvorens een beslis.sing te nemen aan de sekties en kommis
sies ad hoc - elk voor het door hen b,esireken gebied - advies Over de daarvoor in aan-
merking komende zaken. De sekties kunnen - elk voor het door hen bestreken terrein -
ook ongevraagd adviezen aan de Kulturele Raad uitbrengen.
3. De sekties kunnen ook ongevraagd aan de Kulturele Raad aanbevelingen doen. De sekties
houden geregeld kontakt met de op hun terrein werkzame organisatiesinstellingen,
groeperingen en personen en s tell en zich op de hoogte van de onder hen levende wensen
en denkbeelden.
4„ De Kulturele Raad r- alt de samenstelling van de sekties en de kommissies ad hoc en
bonoemt de ledan'hiervan.De benoeming -ran leden hiervoor geschiedt zo mogelijk op aan-
beveling van daarvoor in aanmerking komende organisatiesinstellingen en groeperingen.
5. De leden van de Kulturele Raad, die afkomstig zijn uit het gebied, dat door een sddie
wordt bestreken, zijn in ieder geval lid van die sektie.
6. De Kulturele Raad stelt in overleg met de sekties taken en verantwoordelijkherLen van de
sekties vast.
7= De sekties en kommissies ad hoc kiezeii-hun eigen voorzitter en vice-Voorzitter.
8. Het in artikel 4 "ten aanzien van de zittingsduur van de leden van de raad bepaalde
geldt ook voor de leden van de sekties.
9. Het sekretariaat van de kommissie wordt gevo.erd door het sekratariaat van de Kulturele
Raad.
10. Alle stukken die van de kommissies uitgaan worden ondertekend door de voorzitter en de
sekreataris van de betreffende kommissie.
Artikel *i3«
1Kulturele Raad vergadert tenminste tweemaal per jaar.
2. De vergaderingen worden gehouden. zo dikwijls de voorzitter of tenminste een derde van
het aantal leden het nodig oordeelt.
3. Vergaderingen vinden geen doorgang, indien niet tenminste meer dan de helft van het
aantal leden aanwezig is.
4« Indien een vergadering krachtens het bepaalde onder 3 geen doorgang kan vinden wordt
een nieuwe vergadering belegd. In deze vergadering kunnen besluiten worden genomen, on-
geacht het aantal aanwezige leden, maar alleen over de onderwerpen, die in de oproeping
tot de vergadering duidelijk omschreven zijn vermeld.
Tussen de eerste en tweede vergadering als hier bedoeld moet een tijdvak van zo mogelijk
veertien dagen liggen, doch maximaal 6Sn maand.
Artikel 14°
Indien daartoe behoefte blijkt te bestaan kan de Kulturele Raad besluiten een openbare ver
gadering te houden.
In deze vergadering worden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld te worden gehoord om-
trent belangen van kulturele aard.