Nr. 72/74
De raad der gemeente Leeuwarderadeel
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 September 1972?
gelet-op artikel 272, letter h, juncto het bepaalde in artikel 269, artikel 277 en op ar-
tikel 279 van-da gemeentewet5
b e s 1 u i t
vast- te - steller de volgende
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN FRECARIORECHTEN
Artikel 1.
Aard van de heffing.
In de gemeente Leeuwarderadeel wordt onder de naam van precariorechten een belasting ge—
heven voor: r 'IDE' - .7.93. l!lulu.'...,-J
a. het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde gemeentewerken, bezittingen
(fk of inrichtingenj -:.-.>V
b. het hebben vasi voorvjerpen onder, in, op-of boven; voor de openbare dienst bestemde ge—
meentegrond. of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater.
Artikel 2.
Vergunning.
Voorzover in een wet of verordening niet anders is of wordt bepaald, dient de belangheb-
bende, om in het gebruik of genot, als bedoeld, j.n artikel 1, onder a. en b., te worden ge-
steld, een vergunning te hebben, welke is verleend door burgemeester en wethouders.
Aan deze vergunning konnen voorwaarden worden verbonden en de vergunning kan worden inge-
trokken, indien zulks met het oog op het geregeld functioneren van het gemeentelijk object
voor-de. openbare dienst door burgemeester en wethouders als noodzakelijk x^ordt geoordeeld.
let het beslit tot het naderhand opleggen van voorwaarden, dan wel tot intrekking wordt
belanghebbende schriftelijk in kennis gesteld. -v
Artikel 3.
^Selastingplicht
Do reohten zijn verschuldigd door' degene:
a. die. overeenkomstig de. bestemming gebruik maalct van. voor de openbare dienst-bestemde
gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde xirerksn of inrichtingen die
bij do gemeente in beheer of in onderhbud zijnj
b. van.wie, -dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond of
-water, voor de openbare dienst bestemd, worden aangetroffen.
Artikel 4°
Belastingjaar.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar
Artikel 5°
Eela.Bfinggrondslag en tarief.
De in artikel 1 bedoelde belasting bedraagt voor: