Agendapunt 14
Voorstel 72/ 134
Onderwerp: S t i e n s, 9 oktober 1972.
vaststelling kosten
openbaar kleuteronderwijs
Aan
de" gemeenteraad.
Ingevolge ar-fcikel 47, 1e lid der KLeuteronderwijswet moet in gemeenten, waar een of
meer openbare kleuterschien bestaan, de gemeenteraad jaarlijks voorlopig vaststellen:
a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar, i.c„1970, terzake
van de in artikel 38 onder h en i bedoelde kosten (die van het onderhoud van de
- solioo 1 gebouwen en die- van verlichting en verwarming en schoonhouden van de school- -
gebouwen) voor die scholen werkelijk heeft uitgegeven;
b. het bedrag dat van rijkswege over het betrokken kalenderjaar was beschikbaar gesteld
ter bestrijding van de onder a bedoelde uitgaven,
c. zo nodig' het verschil tussen de onder a en b bedoelde bedragen^
d. het bedrag, dat de gemeente in eerder bedoed kalenderjaar terzake van de in arti—
kel 38 onder jt/ml bedoelde kosten (die van het onderhoud van de schoolmeubelen,
*het ontwikkehngsmateriaalde hulpmiddelen en schoolbehoeften, die van aanschai-
fing van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften, voor zover dxe
aanschaffing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, le
tengevolge van langdurig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt, of tot aanvul-
ling van de voorraad van schoolbehoeften, in verband met de vermindenng door ge-
bruik, alsmede alle andere uitgaven, ter verzekering van de goede gang van het on-
derwiis) voor die scholen werkelijk heeft uitgegeven;
e. het bedrag dat van rijkswege over het betrokken kalenderjaar was beschikbaar gesteld
ter bestrijding van de onder d bedoelde uitgaven,
f. zo nodig het verschil tussen de onder d„ en e. bedoelde bedragen.
Om de 5 jar en stelt de raad, in-gevolge het tweede lid van het in de aanhef vermelde
wetsartike1 bij bovenbedoeld besluit tevens voorlopig vast het totaal van de uitgaven
voor de openbare kleuterscholen over de voorafgaande 5 jaren, het totaal der van rijks
wege beschikbaar gestelde bedragen en indien bedoelde tdtgaven de beschikbaar gestel-
de bedragen hebben overschreden, de bedragen der overschrijding berekend per lokaal
en per kleuter, Thans zal deze vaststelling moeten plaats vinden voor het tydvak
1966 t/m 1970. Gebleken is, dat het totaalbedrag van de kosten hierboven onder a ge-
noemdhet totaal van de beschikbaar gestelde bedragen, vermeId onder b, met
23<.576,31 heeft overschreden. Het bedrag der overschrijding per Idcaal is becijferd
op f 23.576,31 5,45 4.325,93 (zie bijgaand ontwerp-besluit
De besturen van de bijzondere kleuterscholen hebben aanspraak op eenzelfde bedrag per
lokaal over het afgelopen vijf jarig tijdvak.
Het totaalbedrag van de kosten per kleuter is beneden het totaal bedrag van de per
kleuter beschikbaar gestelde bedragen gebleven.
Worden de gemeenterekeningen over de betrokken jaren onveranderd door Gedeputeerde
Staten geskten, dan wordt daardoor de voorlopige vaststelling definitief| in het andere
geval moet de raad bij afzonderlijk besluit tot definitieve vaststelling overgaan, in
overeenstemming met de door Gedeputeerde Staten genomen beslissingo
De betekenis van de vaststelling der hiervoor bedoelde bedragen is gelijk aan die van
de vaststelling der bedragen, bedoeld in artikel 55 "ter eerste en tweede lid der La
ger Onderwijswet 1920 en houdt derhalve verband met de aanspraken we Ike ds besturen
der bijzondere kleuterscholen krachtens de financiele gelijkstelling van openbaar en bij—
zonder onderwijs tegenover de gemeente kunnen doen gelden.
Ingevolge artikel 73 der KLeuteronderwijswet vergoedt de gemeente aan de schoolbesturen
de exploitatiekosten dier scholen, met uitzondering van de bezoldiging enz. der leid—
sters.
