at/ko Agendapunt 11 Voorstel 72/ 158 Onderwerp: Stiens, 13 november 1972. Uitvoering kleuteronderwijswet A an de gemeenteraad. Ingevolge art. 47, 1e lid van de KLeuteronderwijswetmoet in gemeenten, waar een of meer openbare kleuterschden bestaan, de gemeenteraad jaarlijkse voorlopig vaststellen: a. bet bedrag, dat de getaseiffe in het voorafgaand kalenderjaar, terzake van de in arti- kel 38, onder h en i bedoelde kosten (die van het onderhodd van de schoolgebouwen en die van verlichting, verwarming en schoonhoudea van schoolgebouwen)voor die scholen werkelijk beeft uitgegeven; b. het bedrag dat van rijkswege over bet betrokker. kalender jaar was beschikbaar gesteld ter bestrijding van de onder a bedoelde uitgaven; c. zonodig het verschil tussen de onder a en b bedoelde bedragen; d. het bedrag, dat de gemeente in eerder bedoeld kalenderjaar terzake van de in artikel k 38 onder j t/m 1 bedoelde kosten (die van het onderhoud van de schoolmeubelen, het ontwikkelingsmateriaalde hulpmiddelen en schoolbehoeften, voorzover die aanschaf— fing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik niet meer kunnen worden gebruiktof tot aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften,in verband met vermindering door gebruik,alsmede alle andere uitgaven, ter verzekering van de goede gang van het onderwijs) voor die scho len werkelijk heeft uitgegeven; e. het bedrag, dat van.rijkswege over het betrokken kalenderjaar was beschikbaar gesteld ter bestrijding van de onder d bedoelde uitgaven; f. zonodig het verschil tussen de onder d en e bedoelde bedragen. Uit het hierbijgaande ontwerp—besluit dat wij u ter voorlopige vaststelling aanbieden blijkt, dat voor het onderhoud, verlichting, verwarming en schoonhouden van schoolgebou- wen meer daa twee keer zoveel is litgegeven, dan daarvoor door het Rijk beschikbaar is ge steld, wat ieder jaar het geval is en wat de overige materiele exploitatiekosten be— treft, zoals het aanschaffen van ontwikkelingsmateriaal enz.dat daarvoor in 1971 °°k meer is uitgegeven, dan daarvoor door het Rijk beschikbaar is gesteld, maar dat het ver schil daarbij lang zo groot niet is. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris, de burgemeester. J.P. VA!T DER KOOIH. BOSCHMA.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1972 | | pagina 29