3 - .Be heren Tulner, Kuipers en Bierma worden door de voorzitter verzocht de ge- lobf s'brief van meyrouw C.A. Bakker-Fijlstra te onderzoeken. Be vergadering wordt hiertoe enkele ogenblikken gesehorst. Ha heropening van de vergadering deelt de heer Bierma mede, dat de geloofsbriei in orde is bevondeno Boor de raad wcrdt hierna zonder hoofdelijke stemming beslotep. meyrouw C.A. Bakker-Pijlstra toe te laten als raadslid. 8c Voorstel cm sen orediet heschikhaar te stellen voor de aanleg van een parkeer- strook aan de Pieter Jellessingel (voorstel 72/147 Be heer Bam vraagt of er nog enige wijzigirig zal worden aangebracht zoals be- sproken is in de Commissie Openbare Werken. Be voorzitter zegt dat hiermee rekening zal worden gehoudeh bij de uitvoering. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wet- houders besloten. 9' Voorstel tot vast st el ling van het bestemmingsp'lan "Sillan" te Brit sum (voorstel 72/148) Be heer Kamminga zegt zich wel met het plan te kunnen verenigen, zoals het in concept gereed is gemaaktc Het is echter zo, aldus spreker, dat op de tekening er alles mooi uitziet, ter- wijl de werkelijkheid tegenvalto In Britsum is dit ook Eet gev-al, want het stratenplan is vrij nauw. Spreker ziet graag, dat hieraan meer aandacht wordt geschonken. Be heer Tulner zegt, de opmerkingen van de commissie ex artikel. 8 van het be- sluit op: de Ruimtelijke Ordening te hebben gelezenc Maar zijn mening ligt hier een principiele controverse tussen de raad en deze commissie. Spreker zegt, dat hij en zijn fractie het standpoint van burgemeester en wet- houders kunnen delen. Als men dit soort dorpen niet de kans geeft zich beperkt hit te breiden, aldus spreker, dan kan men ze beter opheffen. Spreker zegt verder van-He Commissaris der Koningin en andere hoge ambtenaren te hebben vernomen, dat het streven is om Leeuwarden een zo breed mogelijk r-..iLraagvlak te geven. Spreker gunt Leeuwarden aides wat ze willen hebben, maar dit moet niet ten koste van dit soort uitbreidingen gaan, want, dan wordt het bedenkelijk. Spreker vraagt tenslotte of het college van boirgemeesfer en wethouders ook enig idee heeft wat het standpoint van het college van Gedeputeerde Staten in deze zaken is. Be heer Beeksma kan onderschrijven wat de heer Tulner heeft gezegd. Spreker zegt er verder blij mee te zijn, dat burgemeester en wethouders in hun prea—advies hebben geschreven, dat de uitbreiding.van dit dorp niet ongelimi— teerd kan doorgaan. Voorts merlct hij op voor de thans geplande uitbreiding aan de zuidzijde te zijn, omdat het dorp anders niet af is. Hij is er echter bang voor, dat de uitbreiding aan de zuidzijde er niet komt. Be voorzitter zegt. dat de heer Kamminga een kritisch geluid heeft laten horen. Bit mag uiteraard, maar men moet zich hierbij wel bedenken in welke tijds— periode. dit plan op papier gezet is. Het duurt immers jaren voor alles klaar is, zodat dan al weer andere opzetten worden gepresenteerd. Spreker zegt verder, dat de brief aan de commissie ex artikel 8 van het besliiit Ruimtelijke Ordening vrij duidelijk is geweest. Overigens benadrukt spreker, dat hij tegen de uit breiding van Leeuwarden geen enkel bezwaan heeft, mits dit niet kunstmatig ten koste gaat van de omgeving. Vlant dan komt: het recht op vrije woonplaatskeuze en de democratic ernstig in gevaaj? aldus spreker. v

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1972 | | pagina 3