- 3 - "De leden 1 en 2 vinden geen toepassing op: "a. degene die op do datum van ingang van zijn ontslag of daarna verzekerde is ge- wordon in de zin van do Ziektowet, tenzij hij in verband mot het bepaalde in artikel 44» lid 1 onder a jo. lid 2, dier wet gecn aanspraak kan maken op ziekon- geld; "b. degene die op de datum van ingang van zijn ontslag of daarna uitsluitend in ver- band met het bepaalde in artikel 6, lid 1 onder a. en b. van de Ziektewet niet ingevolge die wet verzekerd is". Artikel XIV. De opsomming aan het einde van artikel E 13 lid 3 (na vernummering: 4) wordt uitge- breid met een onderdeel c luidende alsvolgt: "c. degene die in het genot is van een herplaatsingswachtgeld als bedoeld in artikel K 7 van de Algemene burgerlijko pensioenwet". Artikel XV. In artikel E 13, lid 4 (na vernummering: 5) wordt op de 10e regel het cijfer 3 ver- vangen door 4« Artikel XVI. In artikel E 13, lid 5 (na vernummering: 6) worden in de eerste zin de cijfors 3 en 4 vervangen door 4 en 5» Artikel XVII. In artikel E 13, lid 6 (na vernummering: 7) wordt onderdeel b geschrapt. De onderdelen c t/m f worden respectievelijk b t/m e. Artikel XVIII. In de opsomming van artikelen in artikel E 13 lid 8 (na vernummering: 9) wordt toe- gevoegd artikel E 11 Artikel XIX. Aan artikel E 13 wordt een tionde en elfde lid toegevoegd, luidende alsvolgt: "10. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de gewezen ambtenaar die in het genot was van een uitkering als bedoeld in de leden 1, 2,4 of 5 van dit artikel, wordt aan de in artikel H 15 bedoelde personen en met overeenkomstige toepassing van dat artikel een bedrag uitgekeerd gelijk aan de uitkering welke belangheb- bende op de dag van overlijden genoot, berekend over een tijdvak van 3 maanden. Het vorenstaande geldt met dien verstande dat indien de uitkering bedoeld in het eerste lid was gedaald tôt 80Ç& dan wel de uitkering bedoeld in het vierde lid was berekend naar een percentage van arbeidsongeschiktheid van 80 of meer, de uit— kering wordt berekend naar 10 Ojo van demet inachtnoming van de aan de h and van algemene bezoldigingswijzigingen aangepaste, laatstelijk genoten bezoldiging. "11. Op de uitkering als bedoeld in het vorige lid wordt in mindering gebracht het bedrag van de uitkering waarop de nagelaten betrekkingen van de gewezen ambte- naar ter zake van diens overlijden aanspraak kunnen maken krachtens artikel Q6 van de Algemene burgerlijke pensioenwet dan wel krachtens enig wettelijk voorge— schreven verzekering tegen ziekte of arbeidsongeschiktheid".

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1972 | | pagina 47