- 4 - 14Voorstel met "betrekking tôt de herziening van de jaarwedden van de secretaris- sen en ontvangers per 1 januari 1973 voorsrtel 73/25 Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, 15. Voorstel van_de heer 3. Beeksma oro het raadsbesluit in te trekken, waarbij de benoeming van onderwijzend personeel en kleuterleidsters aan burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd (voorstel 73/26), De heer Beeksma zegt als aanvulling op zijn voorstel, dat het nu bijna twee jaar geleden Ts dat de raad de benoeming van onderwijzers aan de openbare scholen heeft gedelegeerd aan het collège van burgemeester en wethouders, Volgens spreker was aan deze delegatie indertijd behoefte in verband met de krapte onder het onderwijzend personeel, Spreker is van oordeel, dat thans aan deze delegatie goen behoefte meer bestaat aangezien van krapte niet meer kan worden gesproken. In dit verband wijst spreker op een nota van staatssecretaris Sohelfhout waarin wordt gezegd, dat per augustus a,s. zeker 1100 onderwijzers werkloos zullen zijn. In een recent krantenartikel wordt 00k gerept over een overschot aan onderwijzeressen en kleuterleidsters. Met het opstellen van een voordracht zullen burgemeester en wethouders zeker geen moeite meer hebben, aldus spreker. Met het 00g op de verruiming onder het onderwijzend personeel meent spreker dat de verantwoordclijkheid inzake de benoeming weer behoort te berusten bij de gemeenteraad. Mevrouw Nioolaij doet een beroep op de raad om in het belang van het onderwijs het voorstel van de heer Beeksma niet aan te nemen, Zij zegt het met de meerder- heid van het collège eens te zijn over het missen van de boot, Verder wijst zij er op, dat de raad niet de proeflessen bijwoont en 00k niet een gesprek kan hebben met de deskundigen zoals de inspectrice en het hoofd der school, Zij zegt dit ailes belangrijker te vinden, dan de sohriftelijke inliohtingen en het ge sprek je van 10 minuten dat de raad met de kandidaten kan hebben, Naar haar me— ning kan de raad in die paar minuten geen oordeel over de kandidaten vormen, Spreekster zegt, dat de raad op grond van bijkomstige dingen een heel verkeerde keuze kan doen en daardoor minder goede onderwijzers zou kunnen benoemen. De heer Dam zegt zich graag bij de woorden van de heer Beeksma te willen aaiv- sluiten, Hij zegt verder, dat gedurende de laatste twee jaar de bevolking o.q. de ouders in het geheel geen invloed hebben kunnen uitoefenen" op de benoeming van mensen die 5^6 uur per dag hun kind onder de hoede hebben, Spreker zegt dit een ernstig gémis te vinden. De voorzitter zegt het met de woorden van mevrouw Nicolaij eens te zijn, Ook hij vraâgt z'ich af of de raad in staat moet worden geacht om in tien minuten te beoordelen of een kandidaat geschikt is ja of nee. Hij is van mening dat de raadsleden een veel te globale indruk krijgen. Van achtergronden weet men immers niets af en hoe kan de raad zich in die paar minuten een indruk vormen over het werk van de kandidaataldus spreker. De voorzitter wijst er verder op, dat de ouders door middel van de oudercommissie wel inspraak hebben bij het benoemingsbeleid. Het staat de ouderoommissie ni, vrij om bij de proefles met twee personen vertegenwoordigd te zijn, Hoowel het onderwijzend personeel ruimer is, is de voorzitter met wethouder Soepboer van mening dat de invloed van de raad dermate minimaal is dat de benoemingsbevoegdheid bij het collège van burgemeester en wethouders behoort te blijven. In dit verband wijst de voorzitter er nog op, dat er bij de recente vakature aan de dépendance te Britsum een aantal sollicitanten zich tijdens de benoemingsprocedure terug>- trok, Op grohd van de opgedane ervaringen in de laatste twee jaar pleit de voorzitter ervoor om de benoemingsbevoegdheid bij het genoemde kollege te laten. - -T- I—-1- «ri m m.J- «M m 1 -g M m HI m m m m i n«

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1973 | | pagina 7