Agendapunt10 Voorstel 73/68 S t i e n s, 14 mei 1973 Onderwerps bestemmingsplan Hijum Aan de gemeenteraad. Het laatst goedgekeurde uitbreidingsplan voor hot dorp Hijum dateert van 30 juni 1958, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 23 fe- bruari 1959 no. 190. De daarop volgende poging om het dorp Hijum een kleine uitbreiding te geven vond geen genade in de ogen van Gedeputeerde Staton en door dit kollege werd dan 00k besloten aan het bestemmingsplan Hijum, vastgesteld bij besluit van uw raad van 26 januari 1966, de goedkeuring te onthouden. Omdat wij de mening zijn toegedaan, dat het voor de leefbaarheid van dit dorp nood- zakelijk îs, dat er een beperkte uitbreiding aan het bestaande woningbestand wordt gegeven zijn wij doorgegaan met te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om toch tôt een beperkte uitbreiding te komen. Bovendien is het door artikel 33 van de wet R.O. voorgeschreven dat een bestemmingsplan éénmaal in de 10 jaar wordt herzien. Onze onderzoekingen hebben tôt het plan geresulteerd, zoals dit thans aan u ter vaststelling wordt aangeboden. Naar wij vertrouwen zal dit plan thans wel de goedkeuring van Gedeputeerde Staten kunnen verkrijgen. Omtrent het onderhavige bestemmingsplan is het verpliohte overleg met diverse instantles (provinciale planologische dienst, genie, etc.) gevoerd. De resulta- ten hiervan zijn voor u in de raadsportefeuille ter inzage gelegd. Hierna is het ontwerp-plan met ingang van 18 januari 1973gedurende één maand, voor een ieder ter inzage gelegd op de gemeentesecretarie. Van de mogelijkheid om gedurende de ter inzage legging bezwaren tegen het plan in te dienen is gebruik gemaakt door de heer G. van der Meulen, Ljipstrjitte 17 te Stiens en door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek/Mari'énhof Kleine Haag 2, Amersfoort. Beide bezwaarschriften zijn binnen de wettelijk gestelde termijn binnen gekomen en derhalve voor behandeling ontvankelijk. Door de heer van der Meulen wordt bezwaar gemaakt tegen bepaalde delen van het plan, omdat volgens hem het karakter van het dorp al te zeer zal Worden geschaad. Het gaat hier om het gedoelte tussen de Loane, Tsjerkestrjitte en het Leijester- paed en het oude dorpsdeel, dat begrensd wordt door EfH;er de Wâl, Lege Heare- wei on de Popkereed. In dit laatste geval wordt er volgens reklamant in het dorp te veel afgebro- ken. 0 Hier bij dient te worden opgemerkt dat op grond van het overgangsrecht aile wegge- tekende panden de bestemming behouden die zij op het moment van de tervisie legging van het bestemmingsplan hebben. In het andere geval acht hij de verkaveling te stedelijk, althans niet passend in het dorp. Hiertegen kan worden aangevoerd, dat van de bestaande bsbonvringnabij Efter de Wâl en Popkereed het grootste deel slechts tôt zeer matig is. Van rekonstruktie van het bestaande zal naar onze mening weinig terecht komen, omdat de eigenarta als zij iets willen, liever zullett afbreken en daarna nieuw bouwen in plaats van reconstruktie en renovatie van de oude panden. Het laatste vraagt veel geld. Bovendien zal de eigenaar moeten voldoen aan de eisen van de bouwverordening t.a.v. lucht- en lichttoevoer. Daarom kunnen de binoenterreinen niet bebouwd blijven. De nieuwe verkaveling nabij de Ts jerkestr jitte is bedoeld voor de gesubsidieerde woningbouw, wat geleid heeft tôt een opzet met zo min mogelijk onrendabele ver- snijdingen. Toch zijn wij van mening en met ons de kommissie openbare werken en ruimtelijke ordening dat het onderhavige bezwaarschrift gadoeltelijk gegrond moet worden verklaard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1973 | | pagina 51