Nr. 73/68
De raad der gemeen+e Leeuwarderadeel;
overwegende, dat het vigerende bestemmingsplan voor het dorp Hijum dateert van
30 juni 1958, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit var
23 februari 1959 no. 190;
dat ingevolge het bepaalde in artikel 33 van de wet op de Riirrrtelijke Ordening een
bestemmingsplan éénmaal in de tien jaar moet worden herzien;
dat het bovendien wenSelijk wordt geacht het dorp Hijum «en goringon uitbroiding te la-
ten ondergaan;
dat het vereiste vooroverleg is gepleegd;
dat het ontwerp-plan met ingang van 18 januari 1973 gedurende één maand op de gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage heeft gelegen, waarvan op 17 januari 1973 publica
tie is gedaan in de Leeuwarder Courant, het Friesch Dagblad, de Staatscourantalsmede
door aanplakking aan het gemeentehuis
dat bezwaarschriften tegen dit bestemmingsplan zijn ingediend door de heer G. van der
Meulen, Ljipstrjitte 17 te Stiens en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonder-
zoek/Mari'énhofKleine Haag 2, Amersfoort?
dat deze bezwaarschriften binnen de wettelijk gestelde termijn zijn binnengekomen en der-
halve voor behandeling ontvankelijk_ zijn;
dat door de heer G. van der Meulen bezwaar wordt gemaakt tegen bepaalde delen van
het plan, omdat volgens hem hierdoor het karakter van het dorp al te zeer zal worden
geschaad;
dat het de heer van der Meulen hierbij gaat om het gedeelte tussen de Loane, Tsjerke-
strjitte en het Leijesterpaed en om het oude dorpsdeel, dat begrensd wordt door
Efter de Wâl, Lege Hearewei en de Pc'pkereed;
dat in het laatste geval volgens reklamant teveel in het dorp wordt afgebroken;
dat in het andere geval reklamant de verkaveling te stedelijk, althans niet passend
voor het dorp acht;
dat hiertegen kan worden aangevoerd, dat van de bestaande bebouwing nabij Efter de
Wal en Popkereed het grootste deel slecht tôt zeer matig is, zodat van rekonstruktie
van het bestaande naar onze mening weinig terecht zal komen, omdat de eigenaren,
als zij iets willen, liever zullen afbjjeken en daarna nieuw bouwen in plaats van re
konstruktie en rénovâtie van de oude panden;
dat de eigenaar "bij rekonstruktie zal moeten voldoen aan de eisen van de bouwveror
dening t.a.v. luoht- en lichttoevoer;
dat dit t.a.v. van de bebouwing in de binnenterreinen niet mogelijk is, weshalve
deze bebouwing in de toekomst niet kan blijven gehandhaafd;
dat de nieuwe verkaveling nabij de Tsjerkestrjitte is bedoeld voor de gesubsidieerde
woningbouw, wat geleid heeft tôt een opzet met zo min mogelijk onrendabele versnij—
dingen;
dat ondanks het hierboven gestelde het toch wenselijk moet worden geacht om het be—
zwaarschrift van reklamant van der Meulen gedeeltelijk gegrond te verklaren;
dat wanneer het plandeel nabij de Popkereed beschouwd wordt, het blijkt dat het dorps-
karakter misschien nog beter bewaard kan blijven door het opnemen van het boerderijt je
- hoek Popkereed/Lege Hearewei in de bestemming GB en het handhaven van het steegje
dat loopt van de Lege Hearewei naar Efter de Wâl;
