- 11 - aan het Mounepaed. Hij zegt dat één pand meer of rainder hem niet veel uitmaaktwes- halve zijn fraktie zich wel achter het voorstel van de heer Dam wil scharen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hesloten de bebouwing aan het Mounepaed weer op de plankaart te zetten. Het voorstel van de heer Dam om de bebouwing aan de Wearklank weer op de kaart te zetten wordt aangenomen met zeven tegen vier stemmen. Voor wordt gestemd door de dames Stolte en Bakker en de heren Kuipers, Kamminga, Dam, Beeksma en Soepboer. Tegen wordt gestemd door de dames de Boer en Hicolaij en de heren Tulner en Bak. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten tôt vaststelling van het be- stemmingsplan Stiens, zoals dit door de verschillende amenderingen is gewijzigd en voorts onder aantekening dat de heer Beekama wil worden geacht te hebben tegen ge stemd. 8. Voorstel tôt onbewoonbaarverklaring van de woning Brédyk 6 en 8 te Stiens (73/94) Dit voorstel is door burgemeester en wethouders teruggenomen. 9. Voorstel tôt aankoop van een gedeelte voormalig .jaagpad langs de Dokkumer Ee (73/95) Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten. 10. Voorstel tôt verkoop van een perceel bouwterrein in Oude Leije (73/96) Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten. 13. Voorstel tôt de bouw van een tweede bijzondere lagere school 1e Stiens (73/97) Mevr. Hicolaij vraagt of al bekend is, waar deze school zal worden gebouwd. De voorzitter antwoordt, dat deze school in d'Oriënt zal worden gebouwd. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12. Voorstel tôt vaststelling van de verordening rioolrechten (73/98) De heer Tulner zegt, dat hem niet helemaal duidelijk is waarom juist nu wordt voorge— steld om een wijziging van deze verordening vast te stellen. Zijns inziens zou het juister zijn de verhoging van de belastingen in hun totaliteit te bezien bij de behnndeling van de begroting 1974» Mevr. Picolai] zegt een bijdrage van f 40»Per jaar in de rioleringskosten redelijk te vinden, vooral wanneer men, zoals aan de Loane te Hijum verstoten is van riole— ring. Mevr. de Boer merkt op, dat zij een verhoging van 100% wel wat hoog vindt. Verder meent zij te moeten bespeuren, dat met deze maatregel al vooruit wordt gewerkt voor de begroting 1974» Zij zou dit ook liever willen bezien in het kader van de begroting 1974» waarbij dan ook aangegeven zou moeten worden waar het tekort ligt. Ook zegt zij het niet eens te zijn met de gegeven motivering inzake de onroerend goed belasting. Naar haar idee kan nu nog niet worden gesteld, dat deze belasting tôt het maximum zal moeten worden opgevoerd. Tussen het minimum en het maximum is ook nog ruimte, aldus mevr. de Boer. De voorzitter zegt, dat hij bij mevr. de Boer en de heer Tulner de vraag bespeurt van,. "Waarom nu al". Hij wijst erop, dat dit in het pre-advies zeer wel is aangegeven want daarin staat dat voor het komende jaar zeker f 90,000,meer aan inkomsten moeten worden verkregen inverband met het vervallen van de uitkering als artikel 12 gemeente.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1973 | | pagina 21