- 3 -
te
6. Voorstel tôt het instellen van een inhaalverbod m Oude Leije (73/92)
De heer Bak vraagt of het ook mogelijk is om reeds hij de spoorwegovergang een "bord
van "70 km" te plaatsen. Zijns inziens is dit nodig om het verkeer vroegtijdig te
laten afremmen daar anders de automohilist de kleine bebouwde kom reeds is gepas-
seerd, voordat hij op vijftig kilometer zit. Naar zijn idee zou contrSle ter plaatse
dan ook weinig zin hebhen.
De voorzitter merkt op, dat het de bedoeling is dat wanneer een bord met de aan-
duiding 50 Ion wordt gepasseerd, dat dan ook 50 km wordt gereden en niet dat men
de auto laat uitrijden. Verder zegt hij, dat Gedeputeerde 3aten in het verleden afwij-
zend hebhen beslist om de bebouwde kom van Oude Leije te vergroten tôt daar waar
de bebouwing aan ééi/zijde begint. Momenteel is hierover weer een schrijven gericht aan
Gedeputeerde Staten en hopelijk wordt hierop nu gunstig beslist. Zou dit het geval
zijn dan geldt dit verbod voor de gehele bebouwde kom. Bij de redactie van het besluit
is hiermede rekening gehouden. Mochten Gedeputeerde Staten echter bij hun eerder
ingenomen beslissing blijven dan zal moeten worden onderzocht in hoeverre het wense-
lijk is ter plaatse een snelheidsbeperking in te stellen. Dit dient dan evenwel te
geschieden door Gedeputeerde Staten, daar de regelende hevoegdheid van de gemeente-
raa.d is beperkt tôt de bebouwde kommen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
7. Voorstel tôt vaststelling van het bestemmingsplan Stiens (73/93)
De heer Beeksma zegt naar aanleiding van dit voorstel het volgende:
Voorzitter:
Bij het behandelen van dit punt kom ik nog eens terug op de mijns inziens verkcerde
aanpak van zaken. Naar mijn mening behoren eerst de grote lijnen te worden vastge-
steld -hierbij doel ik op het gemeentelijk struktuurplan - en daarna de bestemmings-
plannen.
Er wordt nu in omgekeerde volgorde gewerkt. Ik kan mij mot de opzetzoals burgemees
ter en wethouders die denken niet verenigen en zal hiertoe straks een voorstel in—
dienen.
Om de beslissing over het bestemmingsplan Stiens te verdagen en op-nieuw ter visie
te leggen pleiten verschillende rcdenen. Er moeten teveel vraagtekens worden go-
plaatst; zoals bij het niet intokenon van de woningen aan het Mounepaed, Finnedyk en
Wearkiank, de boerderij van Tabc Kuipers, het afslaiton van de Ritske Boolemastrjit—
te en Piter Jellssingel aan de noordkant van de toren en het niet aansluiten van de
Skilwei op de parallelweg.
Een en andor zou bcter bezien moeten worden.
Uit de ingekomen bezwaarschriften sproekt een bezorgdhoid over de toekomstige ontwik-
keling van het dorp. Hier past een algemene bezinning en denken van de mono, hetwelk
gelukkig opgang komt. Dit heeftvoorzitter, geleid tôt de instelling van de zoge-
naamdo werkgroep. Komende bij de ingediende bezwaarschriften tegen het bestemmings
plan Stiens kan worden gezegd dat na de inbreng van de kommissie openbare werken en
ruimtelijke ordening aan een groot gedeelte van de bezwaarschriften is tegemoet ge—
komen.
Er blijft evenwel verschil van mening over de handhaving van de woningen It Achter-
bosk 1, 1a, 1b en Galge 6.
Wat dit betreft zal ik het minderheidsotandpunt van burgemeester en v/ethoudero steunen.
Verder blijft de handhavingen van de woningen aan de Hege Hearewei en Juckemaotrjit-
te ook na de wijziging van de bebouwingsklasse A in B door burgemeester en wethouders
een onzekere zaak.
Bij mijn persoonlijk bezoek aan de Juckemastrjitte heb ik oterk de indruk gekregon, dat
hier bewuot op verkrotting wordt aangestuurd. Mijnerzijds bestaat er waar de ring voor
het onderzoek, dat de werkgroep heeft ingesteld. Ik ben van mening, dat deze woningen
gehandhaafd moeten blijven en geschikt te maken zijn voor kleine gezinnen en bejaar-
den en als zodanig ingepast moeten worden in het bestemmingsplan It Skil.
En hiermede kom ik tôt mijn voorstel. De gemeenteraad besluit de vaststelling van het
bestemmingsplan Stiens opnieuw te verdagen en eerst het struktuurplan voor de gemeente
Leeuwarderadeel vast te stellen.
