- 7 - Wethoudcr Soepboer zegt, dat er tussen de râad en het kollege van burgemeester en wethouders geen principieël verschil bestaat over de openbaarheid. Allenn over de wijzo van uitvoering wordt verschillend gedacht. Ook door hom wordt aangevoerd, dat er ecn duidolijk verschil is tussen de gemeente Schagen en deze gemeente. Verdor wordt door hem gesteid, dat het er om gaat om zoveel mogelijk monsen bij een bepaald plan te betrekken en dit wordt zijns inziens bereikt door met de mensen in het dorp zelve te gaan praten, daar men zich in de eigen omgeving beter thuis voelt en dus gemakkelijker komtHij zegt van mening te zijn, dat door de wijze van werken zoals deze nu wordt voorgesteld de openbaarheid het beste wordt gediend. Hij benadrukt nogmaals, dat er geen verschil van mening is over de vraag of er openbaarheid moet komen. Ook hier staat het kollege volledig achter, aldus spreker. Alleen over de wijze van uitvoering wordt vrschillend# gedacht. De heer Kuipers is van mening, dat wanneer in de dorpen zelve beter gewerkt kan wor— den, het bij hem geen bezwaar ontmoet om de vergaderingen ook aldaar te houden. Dan wordt aan aile wensen tegemoet gekomen, aldus spreker. De heer Dam zegt, dat hij van de voorzitter en wethouder Soepboer alleen maar argu- menten heeft gehoord die er voor pleiten om de vergaderingen van de kommissie open- baar. te maken. Naar 'mening van spreker zijn er helemaal geen bozwaren om in het openbaar te vergado— ren. Indien de inwoners zich er bij betrokken voelcn dan kunnen ze op het gemeentehuis de vergaderingen bijwonen, aldus spreker. Wanneer de vergaderingen besloten blijven dan kunnon ze dat niet, aldus spreker. Tenslotte wordt door hem opgemerktdat hij geen werkelijke bezwaren hceft gehoord te— gen de openbaarmaking. Wethouder Soepboer merkt op, dat de heer Dam dan niet goed heeft geluisterd. Volgens spreker gaat het er om zoveel mogelijk burgers bij de zaak te betrekken en dat wordt, wanneer in de centrumplaats wordt vergaderd beslist niet bereikt. Indien men dat wil bereiken, dan moet men de regio ingaan, aldus spreker. Hij benadrukt nog— maals dat er geen bezwaar bestaat tegen de openbaarheid op zich, maar wel tegen de voorgestane wijze van uitvoering. Ook do voorzitter spreekt zich er nogmaals vooruit, dat de openbaarheid in de regio moet wordon nagestreefd. De heer Eecksma merkt op, dat hct zijns inziens geen beawaren ontmoet indien de kom missie de regio intrekt en daar haar vergaderingen gaat houden. Movr. Nicolaij, zegtdat naar haar idee naast de openbaarheid van de kommissie verga deringen ook de openbaarheid in de dorpen moet blijven gohandhaafd hct De voorzitter zegt, dat vanavond voor het één of/andorc moet worden gekozen en dat het kollege niet voornemens is om achteraf ailes nog eens na te kauwen in de dorpen. De heer Bak zegt, dat naar zijn mening het kollege het allcmaal te zwaar zict. Naar zijn mening is er niets tegen om bij de paar keer per jaar dat dose kommissie ver- gadert hct publiek toe te laten en te laten mee spreken. Hij merkt op dat ook de raad niet over aile wijsheid beschikt en dat er beslist wel cens zinnige opmerkingen uit het publiek kunnen komen. Hij zegt van mening te zijn, dat de kommissie toch maar open baar moet worden gemaakt. De voorzitter zegt, dat do heer Bak nu toch wel een cardinale denkfout maakt. Hij merkt op dat in iedere kommissie vergadoring wel iets van de buitendorpen op tafel /cTe komt. Wanneer we zo iets in/tfuitendorpen zelve gaan behandelen hebben we een zaal vol en wat zal hier komen, zo vraagt spreker zich zolf af. De voorzitter zegt, dat wanneer voor de openbaarheid van de kommissie wordt gekozen dat dan het kollege van burgemeester en wethouders niet meer naar de buitendorpen zal gaan, omdat dit dan dubbel werk wordt. De heer Kuipers zegt, dat het gesprek nu ontaardfcin een dwarsliggerij. Daarmee zijn we niet gebaataldus spreker. Naar zijn mening is het voor een burgemeester of wet-

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1973 | | pagina 13