- 8 - 20. Vcorstel tôt het vaststellen van een reniement voor het overlegorgaan "Geluidshindcr Vliegbasis Lecuwarden" 74/^ De heer Beeksma is blij dat hij er iets van zeggen kan. Hij is met de raad van mening, dat er een ovorlegorgaan moet komen. Maar nu wordt er een kant en klaar voorstel aan do raad voorgelegd en deze kan hier dus geen enkele invloed meer op uit oefenen. In hot règlement staat n.l. dat een lid wordt bcnoemd door en uit hot kollege van burge- mcoster en wothouders. Hij zegt dat de mogelijkheid bostaat, dat hij het met de betreffende benoeming wel cens niot cens zou kunncn zijn. Hij merkt op het met deze regeling niet holemaal eens te zijn. Mevr. de Boer is het met de heer Beeksma eens dat de raad op deze manier geen enkele invloed meer heeft. Zij vindt dat de benoeming door de raad moet geschieden, en vraagt of dib een bezwaar is. Verder zegt zij, dat zij in do 'crant heeft gelezen wat hierover in de gemeente Menaldu madoel gezegd is. Het ging hier over het geval van het staken van do stemmen in wellc gcval dan de stem van de voorzitter beslist. Zij is het eens met wat in Menaldumadeel wcrd gezegd n.l. dat wanneer de stemmen staken het kennelijk toch wel een belangrijk punt is en dat men dan de gelegenheid moet hebbon er nog eens een nacht over te slapon on kontakt op te nemon met de achterban. Verder vraagt mevr. de Boer of de raadsledon de notulen krijgen van de vergaderingen van deze kommissie of dat zo komen te liggen bij de ingekomen stukken gelijk met de andere notulen. De heer Tulnei voert hierna het woord. Hij zegt dat onder punt c staat vermeld dat twee leden een vergadering bijeen kunnen roepen. Hij vraagt zich af of dit niet betor de helft kan zijn omdat anders twee leden de kommissie steeds bijeen kunnen laten komen. Het is volgens hem normaal, dat dit de helft is. De heer Kammjnga zegt dat hij graag het voorstel zodani- ewijzigd ziet dat in de kom missie een lid wordt aangewezen door de raad en uit de raad en het kollege van burgo— meestor en wethouders De voorzitter zegt, dat hij wel verwacht had, dat deze vragen zoudon komen daar het dezelfde zijn die ook in de gemeente Menaldumadeel wrden gesteld en in de Leeuwarder Courant hebben gestaan. Hij stelt de vraag "Heeft het zin om dit te doen on hoe komen we hier eigenlijk aan?" De algemene klacht \an de kommissie geluidshindcr was dat het allcmaal zo lang duurde. Toen is gesteld dat er zo snel nogelijk tôt zo'n kommissie moest worden gekomen want men moest aan de gang. Al gauw bleek toen dat de openbaarheid van vergaxleren een hin- dernis vormde. Qndanks overwegende bezwaren hield de kommissie hier toch aan vast. De angst bestaat dat bij openbaarheid van vergaderen niet aile gegevens op tafel komen om dat men over geheime zaken niet kan gaan praten in het openbaar. De kommissie tsaci— haafde echter haar mening. De vraag is nu is de konstruktie van het voorstel juist. Fr is gekozen voor een lid van het kollege van burgemeester en wethouders omdat het een politie- en veiligheidstaak botreft en waarvoor de kompetentie nu eenmaal bij hot dagelijks bœtuur ligt. Hiermede is n.l. de voorzitter van het kollege en air; deze er niet is zijn plaatsvervanger of de andere wothouder belast. Hij zegt daarom voor de zinsnede "uit en door hot kollege" te zijn. Tovens merkt hij op, dat door Gedeputeerde Staten dezelfde konstruktie wordt toegepast m.b.t. de vertegen- woordiging van de provincie. Hij merkt op, dat het de gewoonste zaak van do wereld is dat, wanneer het om werkzaam- hedon gaat die behoren tôt de kompetentie van burgemeester en wethouders, een lid van het kollege zitting neemt in een kommissie die raakvlakken heeft met de werkzaamheden von dat kollege. Hij zegt dat het niet de bedoeling is om de raad. te passeren, maar om de mensen achter do tafel te zetten die er ook werkelijk mee te maken hebben. Ook in andere aspecten van hun werk. Hij zegt, dat er helemaal geen bezwaar i3 dat iemand anders dan een lid van het kollege hierin plaats neemt. Maar het is wel do vraag of het raadzaam is dit te doen met het oog op andere zaken die ter tafel kunnen komen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 15