gon in West-Europa, een politieke aangelegenhcid. Dg kommissie waar het nu. om gaat is er slechte voor de technische problcmen en niet voor de politieke. Hij is ingesteld om een vermindering van de geluidsMnder te bevorderen. De heer Bak vraagt wat het motief van de vragenstellers is om een lid dat eigenlijk uit het kollege van burgemeester en wethouders moet komen niet uit dit kollege te halen maar uit de raad. Zijns inziens is het een kwestie van vertrouwon dat een lid uit het kollege van burgemeester en wethouders de belangen van de gemecnte net zo goed kan behartigen al s een lid uit de raad. De heer Kamminga antwoordt hierop, dat het helemaal niet aan de orde is dat het niet iemand uit het kollege van burgemeester en w ethouders kan zijn. Volgcno de heer Kamminga moet men vrij zijn om te kiezfn. Mevr. de Boer zegt, dat zij er niet op tegen is dat er iemand wordt benoemd uit het kollege van burgemeester en wethouders. Zij zegt echter de veiligheidsaspekten op grond waarscan dit voorstel is opgesteld niet zo te zien zitten. Volgeno haar spelen niet de veiligheidsaspekten hier een roi maar de geluidshinder. Dat is volgens haar ook de reden waarom zovcel mensen zich hierbij betrokkon voelen. Het is volgens haar dan ook heel logisch dat er iemand wordt benoemd door de raad, maar het mag dan echter wel iemand zijn uit het kollege van burgemeester en wethou ders. Zij zegt, dat als de raad benoemd, de burgers zich er meer bij betrokken voelen. r® vc<"cgitter betwijfelt of dit wel zo is. Volgens de voorzitter zitten e.r naast de geluidshinder wel degelijk ook veiligheids aspekten aan dit probleem. Hij zegt hier geen breekpunt van te willen maken. Mevr. Stolte zegt, dat zij het normaal vindt dat degene die hiervoor aangewezen wordt zovecl mogelijk probeert de mening van de raad te verkondigen. Zij merkt verder op ermee akkoord te gaan als de raad zelf iemand wil benoemen. De heer Soepboer zegt, dat hij er ook mec akkoord kan gaan en dat hij er beslist geen breekpunt van wil gaan maken. Hij vraagt zich wel af of hieraan ook te zwaar wordt getild. Het voorstel van burgemeester en wethouders loopt parallel met dat von Gedeputeerde Staten al kan dat dus ook nog wel worden verworpen door de Staten. Hij zegt dit echter rd «t te verwachten. Hij zegt, dat één ding nog niet aan de orde is geweest n.l. de vraag of het allemand wel zo zwaar moet. Waarom kan niet één persoon in plaats van 2 de ver^adering bijeen roepen. Hij merkt op zich te kunnen voorstellen, dat 40$ of 50$ van het aantal vertegenwoor- digers dit kunnen doen. De voorzitter zegt, dat de concept—tekst inderdaad luidde de helf eén en dat is ook normaal. Zo was het ook inderdaad besloten. Naderhand kreeg hij een telefoontje, dat het aantal werd teruggebracht tôt drie omdat niet altijd iedereen annwezig kan zijn. Hierna belde de Griffie die er op aandrong om het aantal van 3 terug te brengen op 2, omdat de statencommissie van oordeel was dat iedereen een vergadering bijeen moest kunnen roepen ook al waren aile partijen het daar niet mee eens. Het kollege is het beslist niet eens met ailes wat tôt nu toe besloten is. Maar vonden het nuttiger om nu maar eens om de tafel te gaan zitten praten dan om nog meer heibel te maken. Hij zegt van mening te zijn dat de commissie een dictatoriale houding aanneomt, omdat ie dereen zich blijkbaar maar moet aanpassen bij hun besluiten. Maar daar er in wezen niets is besloten heeft het kollege zich daar maar bij neergelagd. Hij merkt op over de financiën niets te kunnen zeggen omdat daarovor niets staat vermeld. Hij neemt dan ook aan dat er geen financiële konsekwenties zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 19