Agendapunt 3 Voorstel 74/35 Qnderwerp: Stiens, 13 maart 1974 verhoging presentiegelden bijwonen raadsvergaderingen Aan de gemeenteraad De vergoedingen voor de leden van de raad voor het bijwonen van raadsvergaderingen zijn per 1 januari 1973 door gedeputeerde staten vastgesteld op f 40,per lid per bijgewoonde ver^adering. Bij schnjven van 31 januari 1974 delen gedeputeerde staten ons ten aanzien van deze vergoedingen het volgende mede: Het - naar wij menen te mogen aannemen - u bekende intérim-rapport dat de door de vereniging van Nederlandse gemeenten ingestelde commissie poatie raadsleden (de "com missie Merkx"heeft uitgebracht in het kader van de haar opgedragen taak, heeft ten doel: 1. te bevorderen dat op korte termijn een wijziging van artikel 60 van de gemeentewet tôt stand komt, zodanig, dat hierin geen beletsel bestaat voor de voorstellen welke de commissie in haar eindrapport zal doen met betrekking tôt de verbeté- ring van de materiële positie van de raadsledens 2. op zeer korte termijn - en wel zo dat de kandidaat raadsleden vôôr de verkiezingen van 1974 hierover zekerheid hebben - een verbetering van de materiële positie van de raadsleden. binnen het kader van het huidige artikel 60 van de gemeentewet, te realiseren. Over dit rapport is in interprovinciaal verband advies uit£©bracht, waarmee de collè ges van gedeputeerde staten zich hebben verenigd. In verband hiermede hebben wij besloten aan het hiervoor onder 2 vermelde doel mede te werken door de normen, welke wij thans hanteren bij de beoordeling van het bedrag van de vergoedmg voor de leden van de raad voor het bijwonen van zijn vergaderingen, te re- kenen met ingang van 1 januani 1974 nader te bepalen op 55, voor gemeenten met een aantal mwoners van 1 - 10.000. De maiimale normen voor de vergoeding voor de leden van de raad voor het bijwonen van vergaderingen van de afdelingen van de raad en voor de vergoeding voor de leden van door de raad benoemde commissies als bedoeld in de artikelen 61 en 62, tweede lid, van de gemeentewet voor het bijwonen van die commissievergaderingenhebben wij, even- eens te rekenen met ingang van 1 januari 1974, bepaald op 75$ van het bovenvermelde bedrag, op een hele gulden naar boven afgerond. pidien op dezelfde dag meer dan één vergadering van hetzelfde collège wordt bijgewoond dienen deze vergaderingen voor de toekenning van de vergoeding als één vergadering te worden beschouwd". Nadat nog is medegedeeld, dat aile voorgaande ter kennis gebrachte normen per 1 janu- ari 1974 zijn vervallen en de regeling met betrekking tôt vergoeding van reiskcsten voor het bijwonen van de betreffende vergaderingen van kracht blijven, verzoeken gede puteerde staten ons u met de nieuwe regeling in kennis te stellen en, indien u het gewenst acht dat de huidige vergoedingen worden verhoogd, een daartoe strekkend voorstel bij hun collège in te dienen. Wij zijn van oordeel, dat van de mogelijkheid de vergoeding voor het bijwonen van raads vergaderingen door raadsleden per 1 januari 1974 te verhogen tôt 55,— per vergade- nng, gebruik dient te wordengemaakt en wij geven u in overweging een daartoe strekkend voorstel bij gedeputeerde staten in te dienen. Wat de vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen betreft zijn wij van mening, dat ook deze moet worden opgetrokken tôt de door gedeputeerde staten gegeven norm, voorzover het de vergoeding aan de raadsleden in deze commissies betreft. Ten aanzien van de niet-raadsleden in de commissies voelen wg er veel voor aan deze leden vanaf 1 september a.s. geen vergoeding meer te verlenen, en de huidige regeling tôt die datum te handhaven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 47